Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Een essentieel onderdeel van het individuatieproces, ofwel het proces waarmee we spiritueel “heel” worden en dat onder andere door Carl Jung gestructureerd in kaart is gebracht, is het omarmen van de alleen-heid die intrinsiek is aan het bestaan. We zijn alleen geboren en zullen alleen sterven, en in de tussentijd zullen we veel alleen zijn.
Mensen in het patriarchaat hebben angst voor alleen-heid en verwarren dat met eenzaamheid: dit is onderdeel van het collectieve patriarchale trauma dat 12.000 jaar geleden is ontstaan met de neolithische revolutie (zie AGTRT-BA4). De mensheid is toen overgeschakeld van op spirituele principes gebaseerde matriarchale tribes, maar het meer functionele patriarchale kerngezin (zie ook AGTRT-BA9). Daardoor gaan we allerlei toxische afhankelijkheidsrelaties aan, en doen we alles om alleen-heid te vermijden.
Monogame relaties zijn daar een voorbeeld van (zie AGTRT-BA22), maar ook de meeste familie- en vriendschapsbanden die mensen hebben in het patriarchaat zijn in het fundament gebaseerd op afhankelijkheid en codependency. Deze relaties bieden ons slechts schijnveiligheid en hollen ons op de lange termijn volledig uit, vaak zonder dat we ons daar bewust van zijn.
Eenzaamheid transformeren in alleen-heid is dus wat ons te doen staat, maar hoe moet dit? Mensen zijn geneigd hierin heel streng voor zichzelf te zijn en van zichzelf te eisen dat ze alleen op vakantie moeten kunnen, of veel in isolatie moeten mediteren, of helemaal zelfstandig moeten kunnen leven zonder zich rottig te voelen, etc.
Maar dit is niet per se de oplossing, want we gaan dan snel teveel het doel najagen en veeleisend naar onszelf zijn. Dat is met andere woorden al gauw een herbeleving van het patriarchale trauma: daarmee vinden we geen alleen-heid, maar enkel steeds opnieuw de eenzaamheid.
Hoe moet het dan wel? Zoals altijd is de oplossing schaduwwerk (zie AGTRT-BA7). Eenzaamheid zet je om in alleen-heid met schaduwwerk. Centraal aan onze patriarchale socialisatie ligt een verstoorde band met onze boosheid. Door het contact daarmee te herstellen, komen we vanzelf meer alleen te staan, en gaat het alleen-zijn ook vanzelf steeds meer voelen als alleen-heid in plaats van eenzaamheid. Alleen-zijn wordt dan een keuze vanuit onze eigen kracht, en pas dan verandert de leegte van eenzaamheid in de heerlijke en verslavende sensatie van alleen-heid.
Er is niemand die beter schreef over alleen-heid dan Osho, dus ik deel hier toch nog enkele van zijn mooiste citaten, al weten we natuurlijk inmiddels heel goed hoe problematisch hij helaas was in zijn rol als spiritueel leider (zo niet, kijk dan de indrukwekkende documentaireserie Wild Wild Country op Netflix).
Geef een reactie