[AGTRT-BDF87] Transgenderpolitiek: streven naar behoud van “trans acceptance”

Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team

Om onbegrijpelijke redenen willen activisten uit de transgenderhoek (transactivisten) de indruk wekken dat het volledig overbodig, dom en onnozel is ook ook maar een seconde stil te staan bij de argumenten die tegenstanders van hun posities naar voren brengen (zie ook AGTRT-BDF12 en AGTRT-BDF85).

Lees meer over de arrogantie van het transactivisme:
Valentijn de Hingh en de (zelfgeclaimde) rechten van de frontlijn-transactivist

Misschien is die vorm van desinteresse modern, in elk geval zagen we dat bij de UvA-sociologen ook (zie AGTRT-BDF40). Daar zagen wij geen enkele neiging om over gender in discussie te gaan. Prima, zo kan het ook, maar dan moet men niet staan te kijken als de eigen argumenten ook niet erg goed bekeken worden.

We constateerden in een eerder blog al dat de grootste bedreiging voor de positie van transgenders op dit moment de transbeweging zelf is. Zij nemen de vlucht dusdanig naar voren en experimenteren op een dusdanige manier met de rechten van transgenders, dat het gevaar bestaat dat ook voor de oorspronkelijke transgenderrechten het maatschappelijk en politiek draagvlak wordt weggeslagen (zie AGTRT-BDF86).

Lees meer over het verschil tussen experimentele en oorspronkelijke transgenderrechten:
Het transactivisme experimenteert steeds meer met transgenderrechten, waardoor de oorspronkelijke rechten gevaar lopen

Wij hebben een paar hypothesen opgesteld over hoe het met de transgenderpolitiek zal gaan in de komende jaren, en daar zouden ook transactivisten wat aan kunnen hebben. We hebben ook een paar eigen uitgangspunten.

Uitgangspunten van AGTRT over transgenderpolitiek:

  1. Het is van belang dat op lange termijn in elk geval de mogelijkheid om transseksueel te worden overeind blijft. Het is ook van belang dat een transseksueel transgender is (en wordt genoemd) en dat een transman een man is en een transvrouw een vrouw is. Met andere woorden: het is van belang dat gendertransitie (lees: transitie in termen van formeel gender, zie AGTRT-BDF20) mogelijk blijft en dat gender (lees: formeel gender) het bepalende kenmerk is en blijft voor de gender nouns man, vrouw en neutraal (zie AGTRT-BDF75 voor de term “gender noun”).
  1. Het is ook van belang dat al te strikte medische eisen aan gendertransitie worden vermeden: in sommige gevallen is het voldoen aan zulke strikte eisen niet haalbaar en niet wenselijk.
  1. De notie gender (formeel gender) is afhankelijk van de jurisdictie die op een bepaalde plaats en tijd geldig is. Formeel gender is een politiek concept met een lichamelijke achtergrond. Daarmee wijkt formeel gender af van lichamelijk gender wat juist geen politiek concept is (maar weer wel een concept met een wetenschappelijke achtergrond).
  1. De theoretische achtergrond van het concept formeel gender is filosofisch van karakter. Concept engineering leidt stap voor stap tot aanpassingen van de notie van gender die in een gegeven jurisdictie dominant is. 
  1. Naast man, vrouw en neutraal is sprake van male, female en neutral. Die termen missen in het Nederlands maar zijn net zo hard nodig als gender en pronoun, termen die al van het Engels naar het Nederlands zijn gemigreerd. Male, female en neutral hangen samen met lichamelijk gender zoals man, vrouw, en neutraal samenhangen met lichamelijk gender. 
  1. Naast formeel gender en lichamelijk gender is ook sprake van psycho-sociaal gender, en daar gebruiken we de termen masculien, feminien en neutrien.

De hypothesen van AGTRT over transgenderpolitiek:

  1. De aanname van co-essentialisme, namelijk dat uitsluitend genderidentiteit bepalend is voor formeel gender, provoceert heel veel tegenstand. Dat is geen tijdelijke kwestie. Die tegenstand heeft verschillende gronden/vormen, we noemen er vier:
    • Negatieve ervaringen met personen die op basis van een eigen claim van vrouwelijke genderidentiteit de transitie naar formeel gender vrouw maakten (het argument van Kathleen Stock en anderen),
    • Het argument dat op deze wijze de begrippen man en vrouw worden uitgehold (wat wij gendererosie noemen in AGTRT-7). Dit is bijvoorbeeld een argument van Tomas Bogardus, maar ook van Katherine Jenkins. Dit argument gaat gepaard met de overtuiging dat gendererosie maatschappelijk onwenselijk is.
    • Het argument dat ook vanuit de filosofie niet denkbaar is dat de concepten man en vrouw zo eenvoudig via subjectivering verdwijnen (waar bijvoorbeeld Alex Byrne op wijst met zijn claims AHF en AHM).
    • Niet overtuigd zijn door de vage en onbegrijpelijke kwalificatie van (formeel) gender als socially constructed, bijvoorbeeld in de stijl van Judith Butler.
  1. Langdurig en onverzettelijk streven naar de overwinning van het co-essentialisme (“je mag zelf zeggen wat je formeel gender is”) zal contraproductief uitpakken, en zal de maatschappelijke acceptatie van gendertransitie beschadigen. Dit staat daarmee op zeer gespannen voet met het verdedigen van de belangen van transgender personenen.
  1. Organisaties als Stonewall en het transgendernetwerk in Nederland zijn niet de voor de hand liggende belangenbehartigers van de mensen die een gendertransitie nastreven of hebben doorgemaakt. Het is niet mogelijk om enerzijds de belangen van transgenders te behartigen en anderzijds zelf te willen bepalen wie transgender zijn. Het is moeilijk te begrijpen dat deze organisaties die contradictio in terminis zelf niet inzien. 

    Maar het is toch niet triviaal: wie “voor de armen collecteert” doet (of deed althans in vroeger tijden) goed werk, maar wie dan daarna het geld in eigen zak zou steken vanuit de overtuiging zelf ook arm te zijn maakte daarmee dan toch een fout (zelfs als diegene bij nader inzien zelf arm bleek te zijn). Precies zo’n fout maken Stonewall en transgendernetwerk. Wie voor de belangen van een groep op wil komen kan en mag niet als enige de grenzen van die groep bepalen. Het is onbegrijpelijk dat Stonewall en transgendernetwerk niet inzien dat het miskennen van zo’n begrenzing de deur openzet voor dictatuur en intolerantie.
  1. Formal gender theory (FGT) is een theoretisch instrument dat onder andere het beschermen van de belangen van transgender personen tot doel heeft. Wij menen dat deze claim van onze kant beter te verdedigen valt dan de overeenkomstige claim van de kant van Stonewall en het Transgender Netwerk. Wij zijn niet overtuigd van de juistheid van die claims.
  1. FGT levert een optie voor theoretische onderbouwing van trans acceptance: het maatschappelijk accepteren van gendertransitie, waarbij een man een vrouw kan worden en ook omgekeerd. Deze gendertransitie betreft dan een overgang waarvan de plausibiliteit uitdrukkelijk positief wordt beoordeeld op basis van een op dat moment goed draagvlak hebbende notie van formeel gender, terwijl de acceptatie moet blijken uit het feit dat ook het legaal gender met die transitie meebeweegt.
  1. Op dit moment is trans acceptance misschien onomstreden en is zo’n instrument nog niet zo van belang, maar juist door het ondoordacht doordrammen (in co-essentialistische richting) van transactivisten gaat een formidabele tegenbeweging ontstaan die vervolgens de noodzaak van een instrument als FGT creëert.
  1. Eerste generatie trans acceptance betreft acceptatie van gendertransitie op basis van morfologische en hormonale kenmerken (wat men ooit transsexing noemde). Tweede generatie trans accepance betreft personen die wel het doel hadden om op dezelfde wijze tot transitie te komen maar die daar om welke reden dan ook niet in konden slagen, bijvoorbeeld door fysieke complicaties bij medische behandeling of door psychische complicaties die niet genegeerd konden worden. Een duidelijke omschrijving van derde generatie trans acceptance hebben wij op dit moment nog niet, maar dat moet wel komen.

    Streven naar behoud en wereldwijde versterking van trans acceptance, op basis van een steeds weer goed doordacht concept van gender, moet een fundamenteel uitgangspunt van de transactivisten worden. 
  1. De noodzaak van (motivering van) eerste generatie trans acceptance vergt een niet-triviaal moreel/ethisch argument. De medische wetenschap alleen is niet toereikend, en met filosofie erbij ook niet. Het argument heeft een ethische dimensie en is in die zin niet zomaar dwingend. Maar het is wel sterk, alleen niet zo sterk dat het gendererosie kan verdragen. Gendererosie ondergraaft eerste generatie trans acceptance.
  1. Transactivisten moeten inzien dat behoud en verbreding van eerste generatie trans acceptance al een formidabele uitdaging is, een uitdaging met een groot afbreukrisico.