Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Er zijn verschillende organisaties en groepen die claimen op te komen voor transgenderbelangen en rechten. Bijvoorbeeld Stonewall maar ook dichterbij huis het Transgender Netwerk Nederland (TNN). Maar dit is een onzorgvuldige en moeilijk houdbare claim, omdat te gemakkelijk wordt uitgegaan van de juistheid van de concepten gender en gendertransitie waar die organisaties zelf een voorstander van zijn. In dit blog bespreken wij hoe en waarom dat een issue kan zijn.
Met oorspronkelijke transgenderrechten (original transgender rights) duiden wij aan die rechten van een persoon P die verbonden zijn aan de erkende transgender status (bijvoorbeeld van P als vrouw) die in eerste aanleg voorkomen uit: (a) de wens van P tot gendertransitie (we nemen aan dat P assigned male at birth (AMAB) was), (b) de uitvoering van operative ingrepen traditionele bij een een morfologische gendertransitie horen, en (c) de ingezette en ook voortgezette kunstmatige aanpassing van relevante hormoonspiegels. Zoals beschreven in AGTRT-4 is soms een verzwakking van deze eisen plausibel, en in AGTRT-BF32 hebben we beschreven in welke mate deze eisen volgens ons nog verder verzwakt kunnen worden.
Met experimentele transgenderrechten (experimental transgender rights) duiden wij de rechten aan die transactivisten willen toekennen aan een persoon P die op grond van zelfidentificatie van de eigen genderidentiteit transgender claimt te zijn. Zoals bijvoorbeeld Kirk-Gianinni beschrijft (zie AGTRT-BF49) kan de scope en impact van zelfidentificatie in sommige omstandigheden plausibel worden ingeperkt zodat ook bij experimentele transgenderrechten sprake is van verschillende varianten. Bij experimentele transgenderrechten is niet alleen sprake van “experimentele rechten” voor transgender personen maar is de toekenning van transgender status aan die personen ook zelf experimenteel.
Vanuit FGT willen wij in ieder geval opkomen voor de originele transgenderrechten. Die rechten staan permanent onder druk van verschillende kanten, zoals TERF-ideologie en TEFC-ideologie (zie AGTRT- BDF43 en AGTRT-BF44), maar ook van andere kanten.
Wat niet bijdraagt aan de originele transgenderrechten is het feit dat het recht op medisch/hormonale transitie inmiddels ook aan jonge kinderen wordt toegekend en dat er van alle kanten grote kritiek is ontstaan op de op het oog al te gemakkelijke omgang daarmee (zie AGTRT-BF66 en AGTRT-BF78). Maar die misstanden zien wij als problemen met experimentele transgenderrechten. Het is de te gemakkelijke omgang met transgender status (bijvoorbeeld die toe te kennen aan een kind van 9 jaar oud op grond van weinig solide gegevens) wat die problemen veroorzaakt.
Wat wij nu menen te zien is dat transactivisten (waaronder Stonewall) met hun streven naar experimentele transgenderrechten grote tegenstand oproepen die vervolgens een klimaat schept waarin ook originele transgenderrechten ernstig onder druk komen te staan. Dit is wat wij eerder beschreven als het principe van de paradoxale support: de transbeweging graaft zijn eigen graf (zie ook AGTRT-BF30).
Door een adequaat onderscheid te maken tussen originele transgenderrechten en experimentele transgenderrechten kan worden voorkomen dat het in beginsel legitieme streven naar aanpassing van de definitie van gender (in experimentele richting) en vestiging van bijbehorende transgenderrechten ten kost gaat van de originele transgenderrechten.
Vanuit FGT hebben we langs twee verschillende lijnen kritiek op co-essentialistisch streven naar experimentele transgenderrechten.
- We zijn het soms inhoudelijk niet eens met de aanpassingen van het concept gender die in zo’n experiment wordt voorgesteld of gebruikt.
- We vinden dat veel te gemakkelijk de originele transgenderrechten aan het risico worden blootgesteld dat deze onder druk komen te staan door de maatschappelijke weerstand die onvermijdelijk samengaat met zo’n experiment betreffende de definitie van gender en de introductie van bijbehorende rechten.
In gender-politieke zin heeft FGT twee hoofddoelen (1 en 2) en twee nevendoelen (3 en 4):
- Het leveren van een kritisch raamwerk voor experimenteren met gender en transgenderrechten. Dat framework hebben wij in onze blogs uitgebreid beschreven in het kader van de ICE-methodiek (zie AGTRT-BF55).
- Het opkomen voor en steeds weer motiveren van de originele transgenderrechten.
- Het opkomen voor het ontwikkelen van een beperkte toepassing en invulling van neutraal gender.
- Het (her)introduceren van de huidige psychoanalytische traditie bij de analyse van het concept genderidentiteit (maar dat project valt binnen wat wij ABGT noemen)