[AGTRT-BA10] Nieuwe inzichten over oeroude matriarchale beschavingen wijzen ons nu de weg uit het antropoceen

Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team

Er is een geweldige nieuwe Netflix-serie van Graham Hancock uit: Ancient Apocalypse. Hancock volg ik al jaren en zie ik als een van de meest betrouwbare personen op het gebied van alternatieve archeologie.

Hancock wil met deze documentaire zijn centrale stelling onderbouwen: menselijke beschavingen zijn veel ouder dan nu wordt erkend door de mainstream archeologie.

De mainstream archeologie stelt dat de eerste echt complexe menselijke beschaving ontstond in Mesopotamië (huidig Irak). De landbouwrevolutie die daar 12.000 jaar geleden begon, had daar de zaadjes voor geplant.

De mens zou zich toen pas voor het eerst zijn gaan vestigen, en pas zo’n 6.000 jaar geleden zouden die vestigingen dusdanig complex zijn geworden dat we echt van een beschaving kunnen spreken, o.a. door de uitvinding van het schrift en wetenschap.

Dus het mainstream wetenschappelijke verhaal is: de menselijke beschaving ontstond 12.000 tot 6.000 jaar geleden. Wie verder terug kijkt, zou enkel nomadische jagers en verzamelaars vinden.

Maar Hancock stelt dat menselijke beschavingen duizenden, zo niet tienduizenden jaren ouder zijn. Ja, wie verder terugkijkt dan 12.000 jaar ziet inderdaad nomadische jagers en verzamelaars. Maar daarnaast bestonden er in de prehistorie ook al meer technologisch geavanceerde beschavingen, zegt Hancock. Zijn theorie is zelfs dat er al vóór de laatste ijstijd één geavanceerde globale wereldcultuur bestond.

De sporen hiervan zouden grotendeels uitgewist zijn door een apocalyptische ramp die zich zo’n 12.000 jaar geleden voltrok, aan het einde van de ijstijd. Deze ramp, een grote komeetinslag, zou zo enorm zijn geweest dat die de hele aarde uit balans bracht: plotseling daalden de temperaturen fors, en steeg de zeespiegel flink (zie ook AGTRT-BA3). De Jonge Dryas was een feit. De menselijke ontwikkeling zou hierdoor wereldwijd een enorme dreun hebben gehad: een “great reset”.

Hancock stelt dat deze apocalyptische ramp is opgeslagen in ons collectieve geheugen, in de vorm van verhalen over een Grote Vloed die in culturen over de hele wereld verteld worden (in het Christendom met het verhaal over de Ark van Noah).

Hij neemt ons in deze documentaireserie mee naar magische plekken van over de hele wereld om zijn claim te onderbouwen. Diep verstopt onder de grond, onder de zeespiegel en onder wat gewone heuvels lijken, vindt hij de resten van gigantische en mysterieuze bouwwerken met een enorme geschiedenis.

Hij vindt soms restanten van imposante bouwwerken die inderdaad (deels) 12.000 jaar of ouder zijn, zoals Gunung Panang op Java en Göbekli Tepe in Turkije. Andere monumentale bouwwerken die hij bezoekt zijn een stuk jonger, maar volgens Hancock op plekken gebouwd waar eerder oudere momenten stonden, en met architectonische kennis erin verwerkt die veel ouder is.

Een van de schokkende thema’s die Hancock aankaart is hoe de archeologie wegkijkt voor deze bevindingen: het vakgebied zit vast in allerlei dogma’s, en wie daaraan durft te komen wordt snel weggezet als pseudowetenschapper. Hopelijk helpt deze serie weer mee met het vakgebied open te breken.

Een andere vraag die wordt gesteld in de serie is wat voor technologie deze oude beschavingen precies hadden. Ze hadden natuurlijk niet de geavanceerde industriële technologie die wij nu hebben, en ze werkten waarschijnlijk vooral met steen. In dat opzicht waren ze “primitiever” dan wij.

Aan de andere kant kunnen we hun gebouwen met onze kennis moeilijk begrijpen. Het blijft raadselachtig hoe ze vaak gigantische stenen verplaatsten, bewerkten en positioneerden. Ook lijken ze over geavanceerde kennis over de planeet en het universum te hebben beschikt. In oeroude bouwwerken zit geometrische, astronomische en geologische kennis verstopt waar zelfs de moderne wetenschapper van duizelt. De gebouwen lijken bovendien allerlei spirituele en rituele functies te hebben gehad die wij nu niet meer goed snappen.

Lees meer over geheimzinnige functies van de Grote Pyramide:
Is de theorie dat de Grote Pyramide een energiecentrale was echt zo ongeloofwaardig?

Het is belangrijk om te blijven herinneren dat onze soort de mens op zijn minst 300.000 jaar oud is. De eerste patriarchale samenlevingen ontstonden pas vanaf 12.000 jaar geleden, als gevolg van de landbouwrevolutie en de nieuwe opvattingen over bezit die daaruit ontstonden (zie AGTRT-BA3). Daarvoor leefde de mens waarschijnlijk voornamelijk in matriarchale verbanden (zie AGTRT-BA9), die waren ingericht vanuit het idee dat elk mens een androgyne kern heeft. De wereldwijde technologisch geavanceerde oerbeschaving waar Hancock naar op zoek is, is dus waarschijnlijk ook matriarchaal ingericht geweest.

Lees meer over de androgyne kern van de mens:
Wat we van jagers en verzamelaars over mannelijkheid en vrouwelijkheid kunnen leren

Een matriarchale cultuur kenmerkt zich door balans. Balans tussen mannelijk en vrouwelijk, tussen lichaam en geest, tussen mens en natuur. Kennelijk gebeurt er in die staat van zijn iets bijzonders. Kennelijk hebben we dan toegang tot meer spirituele en intuïtieve kennis, waar wij als moderne rationele patriarchale mens van vervreemd zijn geraakt (zie AGTRT-BA4).

Lees mijn artikel over de gespleten psyche van de mens, en hoe die geheeld kan worden:
Hoe het patriarchaat onze psyche heeft gespleten, en hoe we de schade kunnen herstellen

Het inspirerende werk van Hancock brengt mij zo terug bij mijn overtuiging dat gender het kompas is waarmee we door deze gevaarlijke tijd van het antropoceen kunnen manoeuvreren. Gender is de sleutel waarmee we de deur naar een hele nieuwe wereld kunnen openen, gebaseerd op gelijkwaardigheid, empathie en balans. We zullen onze androgyne kern moeten herstellen, door schaduwwerk onze eerste prioriteit te maken (zie AGTRT-BA7). Alleen op die manier kunnen we de nieuwe empathische wereld een realiteit maken.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *