[AGTRT-BDF100] Transcompatibel Manifest 

Jan Bergstra & Laurens
Amsterdam Gender Theory Research Team

Wij zien Formal Gender Theory (FGT) als een theoretisch hulpmiddel dat kan bijdragen aan het tot een goed einde brengen van het maatschappelijk debat over gender. Daarbij proberen we een bruikbare middenweg tussen essentialisme en co-essentialisme te vinden, of zoals wij dat noemen een middle of the road-versie (MotR-versie) van FGT. 

Dat zo’n middenweg kan worden gevonden, spreekt niet vanzelf. Op basis van de inzichten die wij hebben opgedaan met FGT en het zoeken naar gematigde en onderbouwde posities over gendertransitie, komen we tot de volgende uitgangspunten voor een nieuwe transactivistische agenda. Deze agenda noemen we liever transcompatibel, ofwel compatibel met het fenomeen van gendertransitie.

Uitgangspunten
Alleen al door afstand te nemen van gender-essentialisme nemen we de positie in dat onder bepaalde voorwaarden gendertransite (niet alleen in de zin van formeel gender, maar ook in de zin van legaal gender) verdedigbaar is en zo betekenisvol is dat het ook moet worden aanvaard. We vatten de argumenten die in onze eerdere teksten genoemd werden nog samen:

  • De manier waarop over gender gesproken wordt moet consistent te begrijpen zijn.
  • Dat impliceert tenminste dat de verhouding tussen de biologische, juridische en sociale dimensies van gender consistent moet kunnen worden uitgelegd. 
  • Dit sluit uit dat er een alleen maar op de wens van het individu gebaseerde toeschrijving van een gender normatief leidend is.
  • Genderincongruentie en als symptoom genderdysforie bestaan en in sommige omstandigheden is gendertransitie een werkzame wijze om de toestand van genderincongruentie te beëindigen, en de daaruit voortkomende genderdysforie te behandelen.
  • De helende werking van gendertransitie kan zodanig sterk zijn dat dit de complexiteit rechtvaardigt van:
    • (i) het hanteren van het concept formeel gender (naast een concept van lichamelijk gender),
    • (ii) de legale basis te leggen en te onderhouden voor gendercategorisering (legaal gender vaststellen conform formeel gender),
    • (iii) praktische procedures voorhanden te hebben voor gendertransitie. 
  • Op het moment dat een persoon bijvoorbeeld als vrouw legaal erkend wordt, moeten daarmee ook alle rechten verbonden zijn die een vrouw heeft en kan zij in beginsel ook verwachten dat haar geslacht niet ter discussie gesteld wordt en geen discriminatie plaatsvindt.
  • Dat impliceert dat de drempel voor een juridische erkenning van het mannelijk (vrouwelijk) gender zo hoog moet zijn dat deze toekenning van rechten verdedigbaar is. Het impliceert ook dat deze erkenning op een begrijpelijke manier met lichamelijke criteria verbonden wordt.

Actualiteit
Hoewel de mogelijkheid van gendertransitie sinds jaar en dag in de wetgeving in Nederland en in vele andere landen verankerd is, is de acceptatie van de mogelijkheid van gendertransitie zeker niet universeel. Er is daarmee is een vorm van cis-normatief transactivisme mogelijk dat het bereiken van mondiale acceptatie van gendertransitie tot doel heeft, en daarmee ook het op lange termijn universeel veilig stellen van de mogelijkheid tot, en daarmee ook het recht op, gendertransitie. In die zin zien wij voor cis-normatief  transactivisme ook nog evidente relevantie. De conceptuele problematiek liegt er niet om:

  1. Om de noodzaak, of althans de grote relevantie voor sommige personen, van de mogelijkheid tot legale gendertransitie te beargumenteren is onvermijdelijk dat de genderclassificatie (classificatie in termen van man, vrouw, en neutraal) als belangwekkend wordt gezien, en dat ook verklaard kan worden waarin dat belang ligt. 
  2. In de Rooms-Katholieke Kerk en de Russisch-Orthodoxe Kerk wordt essentialistische argumentatie gebruikt om te stellen dat de classificatie van personen in man en vrouw een door God gegeven ordening betreft die om die reden niet mag worden betwist. Dat zien wij als onvoldoende overtuigend, maar het is van belang dat de transbeweging zelf overtuigend kan formuleren waarom en onder welke voorwaarden gendertransitie wel mogelijk moet zijn. Wij gaan ervan uit dat op termijn sterkere argumenten nodig zullen zijn die het belang van het toekennen van een gender aan ieder persoon motiveren.
  3. Wij gaan er op dit moment vanuit dat de co-essentialistische positie dat genderidentiteit bepalend is voor genderclassificatie niet overtuigend is, omdat het concept genderidentiteit daarvoor (op dit moment) te arbitrair is. Dat kan veranderen door aanscherping van het concept genderidentiteit, maar ook door te accepteren dat er soms een permanente discrepantie tussen legaal gender en genderidentiteit blijft bestaan. 
  4. Wij menen dat aandringen op de co-essentialistische positie dat genderclassificatie (ook wel gendercategorisering genoemd) de genderidentiteit moet volgen, en dat mechanisme normatief te stellen zonder een duidelijke en overtuigende analyse van het concept genderidentiteit bij te leveren, het belang van transgender personen niet dient.
  5. Het blijvende belang van 3G-genderclassificatie (drie genders: man, vrouw en neutraal) is een uitgangspunt van FGT, maar is om die reden tevens een achilleshiel. Mocht de relevantie van genderclassificatie door de maatschappelijke ontwikkelingen verdampen dan ondergraaft dat ook de argumenten in FGT en de argumenten ten faveure van het accepteren van gendertransitie. Wij rekenen het niet tot het domein van FGT om de hypothese dat 3G-genderclassificatie van blijvend maatschappelijk belang is te onderzoeken of te motiveren. Dit is vooralsnog een aanname, die op termijn ook onjuist kan blijken te zijn. Juist uit de aanname van de relevantie van 3G-genderclassificatie concluderen wij ook dat er een algemeen belang mee gediend is dat genderclassificatie niet op willekeurige gronden plaatsvindt. 

Duidelijke taal en terminologie
Wij propageren dat in het Nederlands ook male en female als beschrijvende terminologie wordt gebruikt, naast man en vrouw (zie AGTRT-BDF75). Male is een persoon van mannelijke sekse, female is een persoon van worden sekse. Het hanteren van duidelijke en ondubbelzinnige taal is in algemene zin van belang, en daarin kan de transbeweging zelf het initiatief nemen. De taal van transzorgverlening moet ook goed onderscheiden worden van de taal van de transbeweging.

Bij geboorte wordt de sekse van een persoon bepaald, met een keuze tussen, male, female, en neutral. Dat betreft de classificatie van lichamelijk gender. Met een ongelukkige woordkeuze heet dat “sex assigned at birth”, terwijl “sex determined at birth” een betere term daarvoor zou zijn (zie AGTRT-BDF80). 

  • Een persoon kan zijn: AMAB (assigned male at birth), 
  • AFAB (assigned female at birth), of 
  • ANAB (assigned neutral at birth) zijn. 

Een betere terminologie zou zijn: 

  • CMAB (classified male at birth), 
  • CFAB (classified female at birth), 
  • CNAB (classified neutral at birth). 

Tegelijk wordt een gender toegekend (assigned): 

  • Een CMAB-persoon wordt mannelijk gender toegekend (en daarmee AMGAB, assigned male gender at birth), 
  • Een CFAB-persoon wordt vrouwelijk gender toegekend (en daarmee AFGAB, assigned female vender at birth), en 
  • Een CNAB-persoon wordt neutraal gender toegekend (en daarmee ANGAB, assigned neutral gender at birth).

(Formeel) gender als focus van categorisering
De persoonsclassificatie die vervolgens een maatschappelijke rol speelt is de classificatie in termen van gender, of om het verschil met lichamelijk gender te accentueren: formeel gender. Dat bepaalt wat op een identiteitsbewijs staat en hoe men omgaat met emancipatie en gelijke rechten. 

Het is formeel gender, niet lichamelijk gender, dat in de loop van het leven van een persoon kan worden gewijzigd, en het is die mogelijkheid waarvan wij menen dat voortgezet transactivisme de verdere acceptatie nog kan bewerkstelligen. 

Dat betekent allerminst dat de wijziging van formeel gender, en een eventueel daaropvolgende wijziging van legaal gender op willekeurige gronden kan plaatsvinden. De eisen die men daaraan wil stellen vergen maatschappelijke consensus en zo’n consensus is niet eenvoudig te bereiken, maar op termijn zal zo’n consensus toch moeten ontstaan. Wij stellen voor het dialoog hierover met de samenleving op gestructureerde, transparante en inclusieve wijze te voeren, met respect voor verschillende posities. Wij denken dat de ICE-methode daarvoor geschikt kan zijn (zie AGTRT-BDF56).

Een cis-normatieve bias zien wij als onvermijdelijk
Wij proberen toe te werken naar een analyse die relevant is voor groepen en personen met uiteenlopende posities inzake gender en genderincongruentie-gerelateerde zorgverlening. In het artikel The Cass Review: Cis-supremacy in the UK’s approach to healthcare for trans children (2024) levert Cal Horton in onze ogen terechte kritiek op de Cass-review door te zeggen dat de werkgroep van Cass cis-normatief te werk is gegaan, al was het maar omdat die werkgroep consensus probeert te vinden met “deskundigen” die niet geloven in het bestaan van transkinderen.

Wij willen allereerst mensen bij het debat betrekken die zich nog sterker tegen gendertransitie keren dan de deskundigen die Cass volgens Horton niet zo’n zware stem had mogen geven. Maar het is onvermijdelijk dat ook onze aanpak van transactivisme door Horton als cis-normatief zou worden bestempeld en wij zien op dit moment niet hoe dat valt te vermijden, wij schamen ons niet voor een cis-normatieve bias. Overigens is alleen al te spreken over “trans children” (wat Horton zelf steeds doet) cis-normatief. Het is anno 2024 nog voor iedereen moeilijk om niet cis-normatief te werken.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *