Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Door middel van incremental concept engineering (ICE) hebben we globaal in kaart gebracht hoe het concept gender over de tijd heen is aangepast (zie AGTRT-BF38). ICE dwingt deelnemers om zich in discussies over gender te verhouden tot de argumenten die in de geschiedenis zijn gegeven. Het is een gestructureerde manier om de consistentie van het totaal van de argumenten te bewaken in discussies over gender.
Lees meer over onze ICE-methodiek:
Meer inzicht in de manier waarop het concept gender over de tijd is aangepast, is helpend bij de discussies die nu spelen
We denken dat een dergelijke aanpak goed kan helpen om de loopgraven tussen essentialisme en co-essentialisme wat te dichten en om ruimte te creëren voor meer gematigde posities. Het essentialisme is de opvatting dat enkel biologische factoren gender bepalen, het co-essentialisme gaat juist enkel uit van zelfidentificatie (zie onder andere AGTRT-BF42).
Co-essentialisme en ICE
De methodiek ICE vraagt van onderzoekers die een co-essentialistische politie inzake gendertransitie voorstellen het volgende: (i) om ook de eerste stappen van de institutionalisering van gendertransitie opnieuw te doordenken en van een ook nu nog overtuigende argumentatie te voorzien, (ii) om stapsgewijs naar het co-essentialistische begrip van gender toe te werken en steeds de gemaakte stappen van motivering te voorzien, (iii) om contradicties die in het totaal van de argumenten voor de verschillende stappen in beeld komen goed te analyseren en aan te geven waarom zulke contradicties de geloofwaardigheid van de hele keten van stappen niet ondergraven.
Maar het is voorstelbaar dat een co-essentialistisch gendertheoreticus hier niet op in wil gaan, omdat die de hele ICE-methodiek niet ziet zitten. In dit blog formuleren we zo’n positie, wat enerzijds voor ons helpend is om de toepasbaarheid van ICE in discussies over gender verder in kaart te brengen, en anderszins zinnig omdat die positie ook echt voor lijkt te komen.
We noemen de hypothetische positie hier “revisionistisch co-essentialisme”, waarbij revisionisme slaat op de mogelijkheid om ook als medische ingrepen als onderdeel van een gendertransitie zijn uitgevoerd, de overgang van deze persoon met terugwerkende kracht alleen als gendertransitie te erkennen als en omdat de betrokkene die transitie zelf wilde maken.
Revisionistisch co-essentialisme
Revisionistisch co-essentialisme is revisionistisch in de volgende zin: morfologische of hormonale gendertransities worden uitsluitend als gendertransities erkend op basis van de wensen tot gendertransitie van betrokkene. Meer in detail:
(i) De medisch/farmaceutische handelingen die hebben plaatsgevonden, noch de resultaten die daarbij zijn geboekt spelen enige rol in de beoordeling van de vraag of iemand transgender is.
(ii) De medisch/farmaceutische handelingen die mogelijk destijds ten dienste stonden van een wens tot gendertransitie worden nu uitsluitend als handelingen in het kader van gezondheidszorg gezien. Zulke zorg kan wel de status van “affirmative therapy” hebben, maar het probleem dat daarmee wordt opgelost of verminderd, zoals genderdysforie, is uitsluitend een medisch/psychiatrisch probleem en staat geheel los van de stap van gendertransitie die uitsluitend plaatsvindt op basis van een wilsbeslissing van de betrokken patiënten (aannemende dat zij weten waarover zij spreken). Dus: een man kan medisch/morfologisch gezien in een vrouw veranderen, maar wordt pas als vrouw gezien als (en omdat) deze betrokkene dat zelf wil.
(iii) Een wens tot bestrijding van genderdysforie is net zo min een reden tot gendertransitie als een wens om wintersportvakanties te beleven een reden tot emigratie zou zijn. Het één heeft met het ander niets te maken.
Anti-ICE
Een aanhanger van revisionistisch co-essentialisme is niet in staat (en niet bereid) om de noodzaak van morfologisch/hormonale gendertransitie (wat Gender-1975 biedt) te verklaren vanuit een eerdere opvatting van gender (zeg Gender-1900) waarin gendertransitie niet mogelijk is. Revisionistisch co-essentialisme staat lijnrecht tegenover ICE en gaat er vanuit dat gendertransitie als fenomeen een ontwikkeling heeft doorgemaakt met als consequentie dat wat rond 1975 een valide instantie van gendertransitie was dat anno nu niet meer noodzakelijk nog steeds is.
De anti-trans-beschuldiging
Revisionistisch co-essentialisme ziet een opvatting waarin gendertransitie morfologisch/hormonaal moet (of zelfs kan) zijn als compleet achterhaald, en daarmee niet als een voorbeeld van gendertransitie. Vanuit revisionistisch co-essentialistisch perspectief is een persoon die uitsluitend morfologisch/hormonale gendertransities erkent in feite anti-trans, en die kwalificatie mag dan ook luid en duidelijk worden uitgedragen. Zo kan de revisionistisch co-essentialist bijvoorbeeld de TERF-beschuldiging aan het adres van J.K. Rowling motiveren.
Ten overvloede zij hier gesteld dat wij zelf geen aanhangers van revisionistisch co-essentialisme zijn. Maar revisionistisch co-essentialisme lijkt wel voor te komen, bijvoorbeeld bij de critici van J.K. Rowling. Revisionistisch co-essentialisme is bij uitstek een positie inzake gendertheorie die afwijzend zou staan tegenover ICE. Het propageren van ICE is dan ook een inhoudelijke, en niet uitsluitend methodologische of theoretisch neutrale keuze, die werkelijk beperkt welke posities men via concept engineering (stijl ICE) kan bereiken.
Geef een reactie