Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Zoals wij in AGTRT-BF91 hebben beschreven zien wij genderincongnuentie als een medische conditie, een conditie die als een probleem kan worden gezien en aanleiding kan vormen tot medisch handelen. Genderincongruentie kan, maar hoeft niet gepaard te gaan met genderdysforie. Wij omschrijven genderincongnuentie als een mismatch tussen de genderidentiteit en de gender experience. Medische ingrepen kunnen dan de gender experience “ompolen” en op die manier dichter bij de genderidentiteit brengen.
Genderincongruentie is daarmee een probleem dat soms, maar niet altijd, een medische oplossing heeft. Chronische genderincongnuentie bestaat ook. In die situatie zal men daarmee moeten leren leven, ook al valt dat misschien niet mee. In AGTRT-BF93 hebben we de hoop en verwachting geformuleerd dat ABGT (Androgyny-Based Gender Theory) een klinisch psychologische betekenis kan hebben bij het omgaan met chronische genderincongruentie.
Recent publiceerde het Vaticaan de “Dignitas Infinita”, met daarin een verklaring over menselijke waardigheid (zie ook AGTRT-BF77). Wij lezen die verklaring zo dat de Rooms-Katholieke Kerk daar beweert dat de medische conditie “genderincongruentie” niet zou bestaan, of niet zou moeten of mogen bestaan. Elk van deze drie opties is bij nader inzien onbegrijpelijk. Dat ten tijde van het schrijven van de bijbelteksten het fenomeen genderincogruentie nog onbekend was is niet verbazingwekkend, maar dat anno 2024 het bestaan van dat fenomeen zonder nadere analyse van tafel kan worden geveegd is wel verbazingwekkend.
Lees meer over de Dignitas Infinita:
Het Vaticaan spreekt zichzelf tegen over “gender theory”
Een verloop van de behandeling van genderincogruentie kan zijn: (i) diagnose, (ii) psychologische gendertransitie, (ii) sociale gendertransitie, (iii) lichamelijke gendertransitie, (iv) formele gendertransitie (transitie in de zin van formeel gender), (v) legale gendertransitie (zie AGTRT-BF92).
Het probleem dat wij met Dignitas Infinita hebben is dat begrijpelijke tegenstand tegen co-essentialisme omgezet wordt in de de facto ontkenning van genderincongruentie als een in beginsel (of althans in een deel van de gevallen) behandelbare medische conditie. Het is positief dat de Rooms-Katholieke Kerk betreffende diversiteit van seksuele oriëntaties de stap heeft gezet om dit fenomeen te erkennen en de vraag te agenderen hoe ermee om te gaan (zie ook AGTRT-BT5). Een vergelijkbare stap zou de Rooms-Katholieke Kerk ook betreffende genderincongruentie, en de mogelijke behandeling daarvan, kunnen zetten.
Lees meer over de positieve ontwikkelingen in de Rooms-Katholieke Kerk:
Dignitas Infinita: een stap vooruit voor de acceptatie van diversiteit van seksuele oriëntatie
Zoals Dignitas Infinita er mee omgaat, is de prijs van het (vanuit het Vaticaan) niet erkennen van een “erkende” medische conditie groter dan de winst van de oppositie tegen de consequenties van co-essentialisme. Deze prijs betreft zowel het ontkennen van wetenschap als het miskennen van menselijke problemen.
Legale gendertransitie kan naar onze mening zo overduidelijk en zo overtuigend een onderdeel van de oplossing van genderincongruentie zijn, dat om die reden legale gendertransitie ook als optie moet worden erkend en gefaciliteerd. Maar ook als het Vaticaan die mening niet deelt, zou het al een belangrijke stap vooruit zijn als het bestaan van het fenomeen genderincongruentie in elk geval wordt erkend.
Geef een reactie