[AGTRT-BF52] Arnout Jaspers haalt uit naar woke, maar moet zijn kritiek zorgvuldiger formuleren

Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team

Op 24 februari jongstleden plaatste fysicus en journalist Arnout Jaspers een kritisch stuk over “woke” op Wynia’s Week.

Lees het stuk van Arnout Jaspers op Wynia’s Week:
Op een MRI-scan zie je een duidelijk verschil tussen vrouwenhersenen en mannenhersenen, maar dat mag niet waar zijn volgens de wokisten

Los van relevante informatie over recent onderzoek op het vlak van de nieuwe hersenfysiologie en de FMRI-beeldvorming daarvan, bevat de tekst enkele misverstanden waar wij graag op willen wijzen.

1. Is sekse volgens “wokisten” slechts skin deep?
Jaspers schrijft dat “volgens de wokisten” sekse slechts skin deep is en zich beperkt tot triviale verschillen in de geslachtsorganen. Alle andere man/vrouw-verschillen zouden een zaak van gender zijn.

Nu weten we niet wie “de wokisten” zijn in de ogen van Jaspers, maar in de literatuur over gendertheorie komen wij dit nergens tegen. Men maakt wel degelijk een onderscheid tussen de biologische seksen en beweert doorgaans absoluut niet dat die verschillen zich beperken tot uiterlijke kenmerken. Chromosomale typering is bijvoorbeeld geen zaak van uiterlijke kenmerken. Onderscheid betreffende de relatieve omvang van gonaden en gameten is dat evenmin.

In de gendertheorie is een belangrijke stroming wat wij noemen het co-essentialisme. Dat is de gedachte dat of men man of vrouw is uitsluitend bepaald wordt door de zogenaamde genderidentiteit. Dat laatste is een concept waarover je inhoudelijk weinig kunt vinden, maar het is logisch gezien helemaal onafhankelijk van lichemelijk gender. Het komt er in de praktische uitwerking op neer dat volgens het co-essentialisme een persoon zelf kan kiezen of men een man of een vrouw is. 

Wij zijn het ermee eens dat co-essentialisme in de “woke”-hoek zit, ook al wordt woke vaak vaag gedefinieerd. Het co-essentialisme is zonder meer radicaal en scherpe kritiek daarop is terecht. Het debat over gender in Nederland kan meer genderkritische stemmen goed gebruiken (zie ook blog AGTRT-BF16). Maar dat betekent niet dat elke opvatting die men woke zou kunnen noemen zomaar aan co-essentialisme kan worden gekoppeld.

Lees meer over het belang van een genderkritische beweging in Nederland:
Nederland heeft een genderkritische beweging nodig

Jaspers zou er goed aan doen om zijn kritiek op woke zorgvuldiger te formuleren. Ten eerste door duidelijker uit te leggen welke posities in zijn beleving onder “wokisme” vallen. Ten tweede door aan te geven wie dat wokisme verdedigen (en dan concreter dan “de wokisten”). En ten derde door ervoor te zorgen dat auteurs die zo precies werken dat zij niet onder “de wokisten” vallen, ook niet te maken krijgen met valse beschuldigingen (bijvoorbeeld dat zij sekse en gender niet goed uit elkaar kunnen houden).

2. Is het evident dat man en vrouw wezenlijk verschillen?
Vervolgens meldt Jaspers dat “elk normaal mens” weet dat man en vrouw wezenlijk verschillen. Laten we aannemen dat hier bedoeld wordt: lichamelijk man en lichamelijk vrouw.

Op dit punt is het onderzoek verre van duidelijk. Maar de klassieke opvatting dat “mannen” sterker zijn in wiskunde dan “vrouwen” is inmiddels niet zo evident meer. Daar blijken toch allerlei sociaal bepaalde factoren achter te zitten die een grotere rol spelen dan aanvankelijk gedacht. De situatie is nog niet volledig duidelijk, maar bijvoorbeeld in de astronomie en de medische wetenschappen doen vrouwen het inmiddels zeer sterk. 

We zijn het ermee eens dat er zeker in de sociale wetenschappen meer aandacht mag komen voor de aangeboren verschillen tussen (lichamelijk) man en (lichamelijk) vrouw, ook al zijn die verschillen vaak subtiel. In elk geval zou het geen taboe moeten zijn in de wetenschap om serieus onderzoek te doen naar verschillen die niet door socialisatie te verklaren zijn. Maar het volstaat op dit punt niet om zoals Jaspers doet naar een soort van algemene consensus te verwijzen om het wezenlijke verschil tussen mannen en vrouwen aannemelijk te maken. Er zijn te veel voorbeelden van foute oordelen op dat vlak.

3. Zet functionele MRI van de hersenen gendertheorie op zijn kop?
Dat biologisch gender op verschillende manieren kan worden benaderd was al bekend, en daar komt dus nu een benadering bij: AI-gebaseerde analyse van functionele MRI van de hersenen. 

Dat maakt voor de gendertheorie minder uit dan Jaspers lijkt te denken. Dat je naast het bekijken van chromosomen, het bekijken van gonaden en gameten, het bekijken van hormoonspiegels, nu ook naar MRI hersenscans kunt kijken, en dat steeds met hoge onderlinge correlatie, is niet van erg groot belang voor de gendertheorie.

Wel draagt functionele MRI potentie in zich voor gendertheorie. Het kan daarmee in de toekomst blijken dat vermoede correlaties tussen lichamelijk gender en waargenomen gedrag een oorzaak vinden in mentale structuren die al bij de geboorte aanwezig zijn, en niet een zijeffect zijn van socialisatie (wat zeker ook denkbaar is).

We moeten de mogelijkheid openhouden dat de wetenschap sterker dan tot nu toe verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk lichamelijk gender aan het licht zal brengen en dat MRI van de hersenen daarbij een beslissende rol gaat spelen. Het onderzoek dat Jaspers bespreekt zal de gendertheorie niet op zijn kop zetten, maar heeft wel degelijk relevantie. Daar in beginsel niets over willen horen omdat zoiets als verhaal ideologisch ongewenst is, is een vorm van “wokisme” waar wij ons evenals Jaspers alleen maar tegen uit kunnen spreken.

4. Moet het essentialisme volgens woke worden uitgeroeid?
Dan stelt Jaspers dat essentialisme volgens de wokisten moet worden uitgeroeid. En dat is volgens hem vreemd, want daarmee ontkent men evidenties die nog 10 jaar geleden gemeengoed waren.

Maar essentialisme wil men slechts kwijt bij de definitie van man en vrouw (en eventueel neutraal) als maatschappelijk te gebruiken termen. Iedereen weet dat lichamelijke gender daarnaast ook bestaat en een andere betekenis kan hebben, zelfs in de co-essentialistische gendertheorie. De vraag die zich hier toch aandient, is of Jaspers het essentialisme zelf wil verdedigen. Zo nee, dan wil hij er zelf toch ook vanaf? Zo ja, dan ontstaat de vraag in punt 5 hieronder.

5. Wat is een transgender persoon?
Het is relevant om te weten hoe Jaspers een transgender persoon beschrijft. Dat kan niet op basis van wat hij in dit stuk schrijft. Natuurlijk hoeft hij van ons het bestaan van transgender personen niet te erkennen, maar als hij transexclusief is (ofwel het bestaan van transgender personen ontkent) dan is het wel zo fair om dat er even bij te zeggen. Daar is dan wel stevige repliek op te geven, net als bij TERF-ideologen (zie onze blog AGTRT-BF43) en TEFC-ideologen (zie AGTRT-BF44).

Conclusie: het genderdebat moet zorgvuldiger worden gevoerd
Jaspers maakt zich er in dit stuk volgens ons veel te gemakkelijk van af. We zijn het ermee eens dat kritiek op “woke” belangrijk is, maar die moet dan wel nauwkeuriger geformuleerd worden. Dat geldt overigens ook voor de tegenstanders van Jaspers. De tekst van Jaspers gaf direct aanleiding tot een “X” van Asha ten Broeke met een weinig constructieve inhoud:

Het is jammer dat het op X zo gewoon is om op dergelijk onzinnige en onfatsoenlijke wijze te reageren. Het had zeker een journalist van de Volkskrant niet misstaan om gewoon inhoudelijk op die tekst in te gaan. De Volkskrant moet zich schamen voor zulke connecties, want van Ten Broeke kan men die schaamte zelf helaas niet verwachten. Zo te zien is Ten Broeke onbekend met het concept discussie en met het feit dat men het niet met haar eens hoeft te zijn om in een redelijk debat te participeren.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *