Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Opzet van dit blog
1. Inleiding
Het is sinds het begin van deze eeuw gebruikelijk in de gendertheorie om complexe noties te ontwerpen via een proces dat incremental concept engineering (ICE) wordt genoemd. ICE een proces waarbij nieuwe ideeën, concepten of ontwerpen worden ontwikkeld en verfijnd om innovatieve oplossingen te creëren voor specifieke uitdagingen of behoeften.
Gender is een voorbeeld van een notie die over de tijd heen steeds wat is aangepast als gevolg van concept engineering. In dit blog laten we schematisch zien hoe gender als concept over de tijd heen is veranderd en aangepast, en welke ontwikkelingen aan deze veranderingen ten grondslag lagen. Het creëren van een dergelijk overzicht kan helpen om beter te kunnen reflecteren op discussies en vraagstukken die nu spelen op het gebied van gender.
Omdat gender als term heel ambigu is, richten we ons specifiek op formeel gender als onderwerp van concept engineering. Formele gendertheorie kan worden gezien als de theorie van en over concept engineering voor het concept formeel gender. De definitie van man en vrouw die formele gendertheorie oplevert is als volgt:
“Een man (vrouw) is een volwassen persoon met mannelijk (vrouwelijk) formeel gender.”
Formeel gender is bedoeld als zuivere classificatie of categorisering zonder enige specifieke connotatie. Zulke connotaties zijn er juist wel bij de verwante noties: legaal gender (actueel en potentieel), biologisch gender, sociaal gender en psychologisch gender.
Lees meer over formele gendertheorie:
Waarom genderwetenschap meer aandacht mag geven aan formele gender
2. Acht fasen in de ontwikkeling van formeel gender
We bespreken in dit blog acht opeenvolgende fasen van de ontwikkeling (de ICE) van formeel gender: Gender-1900, Gender-1975, Gender-1995, Gender-1997, Gender-2000, Gender-2005, Gender-2015, en Gender-2025.
Het idee is niet zozeer dat dit een historisch verloop beschrijft van de ontwikkelingen in bijvoorbeeld Nederland of het Verenigd Koninkrijk. Deze fase-indeling levert slechts een vereenvoudigd denkmodel dat als hulpmiddel kan worden gebruikt bij reflectie op concrete vraagstukken in een specifieke jurisdictie.
Gender-1900
Bij ICE (voor formeel gender) gaan we ervan uit dat een bruikbaar concept gender zich laat ontwikkelen in een aantal stappen uitgaande van een (onveranderbaar en) op morfologische criteria bij geboorte bepaald binair gender als beginpunt. Dit concept van formeel gender noemen we Gender-1900, waarbij we het jaar 1900 nemen als een moment waarop in het christelijke Europa deze omschrijving onomstreden is.
Gender-1975
De volgende fase is Gender-1975. We nemen 1975 als een moment waarop men in staat is om de morfologische en endocriene kenmerken van een persoon langs operatieve en farmaceutische weg zo te veranderen dat er in de zin van Gender-1900 een transitie naar het andere gender te bewerkstelligen. In Gender-1975 is de onveranderbaarheid van gender in Gender-1900 verlaten en ontstaat de mogelijkheid van gendertransitie.
De stap van Gender-1900 naar Gender-1975 is groot en complex. In veel landen worden wetswijzigingen doorgevoerd die gendertransitie beschrijven en mogelijk maken. In Iran is Gender-1975 thans de norm. In deze blog behandelen we alleen de opeenvolgende fasen en stappen (overgang op de volgende fase).
De opeenvolging van fasen en stappen is in verschillende jurisdicties sterk verschillend. Het doel is om hier de grootste gemene deler van deze processen te beschrijven, om daarmee de meest karakteristieke elementen in beeld te krijgen. Het motiveren van de stap van Gender-1900 naar Gender-1975 is een belangrijk onderwerp. Mensen met een TERF-achtergrond of met een TEFC-achtergrond (zie AGTRT-BF36) zijn daar tot op de dag van vandaag niet van te overtuigen.
Bij elke fase, zeg definitie X van “formeel gender FGx”, is dan weer sprake van kritiek op die notie en dat geeft aanleiding tot een volgende definitie van formeel gender, zeg Y. Typisch zal de kritiek zich richten op de mogelijkheden tot gendertransitie die FGx biedt: voor de één te weinig, voor de ander te veel.
Gender-1995
Gender-1995 zien we als de reconstructie van de notie Gender-1900 maar nu met het gegeven op de achtergrond dat de notie van biologische sekse is verschoven van bepaling op basis van morfologische kenmerken naar bepaling op basis van meer fundamenteel biologische kenmerken (met name, chromosomen en geslachtsorganen).
De idee van Gender-1995 is dat iedereen bij geboorte een binaire gender krijgt toegewezen en deze gender begrijpt men nu als biologische gender. Zo nu en dan wordt een fout gemaakt (het gebeurt inners nog steeds op basis van visuele inspectie) en in dat geval is naderhand een transitie naar de “echte” gender mogelijk (en legitiem).
Ook al zijn de consequenties van een stap van Gender-1975 naar Gender-1995 op het oog niet zo groot, conceptueel is het verschil juist heel groot. Gender-1995 laat toe dat een vrouw een penis heeft (zij is dan genetisch vrouw maar toch groeit door een intersekse-conditie een penis), en Gender-1995 gebruikt een notie van biologische sekse die in tegenstelling tot wat men tegenkomt bij Gender-1975 onveranderbaar is. Gendertransitie is dan alleen plausibel als bij de geboorte het verkeerde geslacht is toegewezen (maar dat is helemaal niet het type gevallen waar het bij gendertransitie in Gender-1975 over gaat).
Het idee van transsexing (en daarmee de term) raakt op de achtergrond, omdat zoiets in Gender-1995 “niet kan”. Tevens wordt de notie van (formeel) gender nu essentieel. Gender-1900 en Gender-1975 kon men nog in termen van sekse en verandering van sekse beschrijven, bij Gender-1995 bestaat die optie niet meer. De stap van Gender-1900 naar Gender-1975 kwam voort uit de vooruitgang in de medische wetenschap, en de stap van Gender-1975 naar Gender-1995 wordt primair veroorzaakt door voortgang in de biologie. Gender-1995 vraagt een aanpassing van biologisch gender (te bereiken via concept engineering) om de traditie die bij Gender-1975 is ontstaan door te kunnen zetten. Deze aanpassing bestaat eruit dat voor sommige personen die te maken hebben met genderdysforie gendertransitie op basis van Gender-1975 als toereikend wordt gezien om een transitie met betrekking tot Gender-1995 te bereiken. De term transsexing wordt hierbij verlaten.
Gender-1997
De eisen die gesteld worden aan het resultaat van medisch/farmaceutische ingrepen als voorwaarde voor gendertransitie worden minder scherp. Een beperkte toepassing van genderidentiteit speelt een rol als additioneel argument.
Gender-2000
Bij Gender-2000 ontstaat ook de mogelijkheid om een neutraal gender te hebben (en dat zonder eisen van medische en/of farmaceutische aard).
Gender-2005
Gender-2005 omvat een wijziging van het concept formeel gender die gendertransitie vereenvoudigt wanneer de operatieve en de farmaceutische technieken onvoldoende haalbaar of werkbaar zijn of slechts ten dele worden of kunnen worden uitgevoerd. Hiermee wordt de notie van gender meer transinclusief zoals dat heet (ofwel: de notie laat gendertransities toe die men inmiddels wenselijk acht en die eerder niet werden toegelaten). Hierbij komt het idee van genderidentiteit in het spel. Het feit dat een persoon een overgang naar een ander gender nastreeft wordt gezien als uiting van de genderidentiteit van die persoon. Een mismatch tussen de aan een persoon toegewezen gender en de genderidentiteit kan toch voldoende zijn voor een gendertransitie, ook als die niet gepaard gaat met een morfologisch/hormonale transitie. De stap van Gender-1995 naar Gender-2005 staat of valt met de toepassing van het begrip genderidentiteit. Argumentatief is dit alles verre van eenvoudig.
Gender-2015
Gender-2015 omvat een grote aanpassing van Gender-2005: of men wel of niet operatief en farmaceutisch “affirmative therapy” heeft laten uitvoeren doet er niet meer toe. Van belang is dat men de gewenste gendertransitie in een gesprek kan motiveren. Dat men er blijk van geeft de consequenties te begrijpen, en dat men de transitie wil benutten om een ervaren mismatch tussen toegewezen gender en genderidentiteit op te lossen. De stap naar Gender-2015 leidt tot aanzienlijke weerstand, allereerst omdat het onduidelijk is hoe misbruik uit te sluiten en tevens omdat men nu een erosie waarneemt van de met name door vrouwen verworven rechten op (voor vrouwen) exclusieve de toegang tot zgn. safe spaces.
Gender-2025
Gender-2025 is er nog niet maar waar men aan werkt is om de gesprekken die nog een rol spelen in Gender-2015 te laten vallen. Hiermee wordt dan co-essentialisme voor 100% bepalend voor gendertoekenning en zijn alle biologische aspecten van gender “verdampt”.
3. Conclusie
We hebben met dit blog een begin gemaakt met het zorgvuldig in kaart brengen van de opeenvolgende stappen die tot een bepaald concept van gender leiden. Dit is de enige manier om de consistentie van het totaal van de gebruikte argumenten te bewaken.
Als we bijvoorbeeld de argumentatie voor de nieuwe transgenderwet (het wetsvoorstel dus, zie AGTRT-BF17 en AGTRT-BF18) willen beoordelen, dan volstaat het niet om de bestaande wet als uitgangspunt te nemen en een aspect te willen en kunnen verbeteren. De argumenten in de stappen die tot de bestaande wetgeving hebben geleid, moeten meegenomen worden in de beschouwing. Dat vergt een aanpak zoals ICE.
Verantwoording
De hierboven besproken zaken relateren op de volgende wijze aan ons eerdere werk:
- In AGTRT-1 brengen we verschillende noties van formeel gender in kaart;
- In AGTRT-2 contrasteren we de aanpak van formeel gender met het alternatief van androgynie, waarin niet de persoon als geheel maar een reeks van persoonskenmerken stuk voor stuk op een schaal van vrouw naar man wordt beoordeeld;
- In AGTRT-3 motiveren we waarom wij de term neutraal (genderneutraal) prefereren boven non-binair;
- In AGTRT-4 beschrijven we varianten van de definitie van biologische gender en motiveren we een notie van formeel gender die gedeeltelijke morfologisch/hormonale gendertransitie accommodeert als oplossing voor genderdysphorie;
- In AGTRT-5 bekijken we hoe formeel gender kan afhangen van jurisdicties;
- In AGTRT-6 beschrijven we mogelijke beperkingen inzake gendertransitie in de vorm van conditionele versies van Byrne’s beweringen “AHF” en “AHM”;
- In AGTRT-7 benoemen we gendererosie als een probleem waar ICE rekening mee moet houden;
- In AGTRT-12 beschrijven we een voorstel vanuit het UK om ICE op te geven, de notie gender zich zonder verdere beperkingen te laten ontwikkelen en tegelijk delen van wetgeving te baseren op een notie van biologisch gender (genoemd “biological sex”) die dan naast gender zou blijven bestaan;
- In AGTRT-13 beschrijven we de mogelijkheid dat gender net als seksuele oriëntatie een dieperliggende persoonseigenschap is die een persoon bij zichzelf misschien niet altijd goed ziet en eventueel op termijn op basis van waarnemingen aan het eigen bewustzijn en gedrag kan ontdekken. Dit is van belang voor een beoordeling van de zin en/of noodzaak van psychologische begeleiding bij gendertransitie.
Geef een reactie