Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Onder de hetero’s voel ik mij vaak een homo, maar onder de homo’s een hetero.
Als ik onder hetero’s ben voel ik meteen dat ik “anders” ben. Ik heb geen typisch heterohuwelijk met een vrouw, hypotheek, kinderen, vaste baan. Ik heb vanwege mijn homoseksualiteit een heel ander sociaal leven en verleden dan de meeste hetero’s.
Mijn persoonlijkheid is ook anders dan de meeste heteromannen. Ik heb zeker een sterk ontwikkelde mannelijke kant, maar niet alleen dat. Ik heb ook andere interesses, ben emotioneler en gevoeliger. Ik heb van oudsher altijd eerder groepen vriendinnen dan vrienden gehad.
Maar als ik onder homo’s ben voel ik me weer meer hetero. Zeker in het spel van versieren en verleiden. Ik ben altijd aangetrokken tot de meer vrouwelijke jongens, en vind het spannend ze te versieren met mijn mannelijkheid.
Vrouwelijke homo’s hoeven trouwens niet per se nichterig te zijn. Er zijn een hoop homo’s die een vrouwelijke energie en persoonlijkheid hebben, zonder dat zich dat vertaalt in nichterig gedrag. Zij kunnen dus op het eerste gezicht erg mannelijk overkomen, maar toch veel weg hebben van een vrouw.
In dat opzicht weet ik dus denk ik wel wat het is om een heteroman te zijn. Ik denk dat de homomannen waar ik op val veel van een vrouw weg hebben, in het seksuele spel althans.
Lees meer over de positie van vrouwen en vrouwelijkheid in de huidige patriarchale samenleving:
Vrouwelijkheid wordt niet onderdrukt, maar is gecorrumpeerd geraakt
Samenvattend voel ik me aangetrokken tot zowel mannelijkheid als vrouwelijkheid. Ik val echt op mannen en niet op vrouwen. Ik hou van hun mannelijke lichaam en gezicht. Maar ik vind hun vrouwelijke energie en persoonlijkheid ook waanzinnig aantrekkelijk.
Toen ik las over het “Madonna/hoer-complex” dat Sigmund Freud beschreef, herkende ik daar veel in.
Freud suggereerde dat mannen vaak de neiging hebben om vrouwen in één van de twee extremen te zien: de “Madonna” vertegenwoordigt het ideaalbeeld van zuiverheid, onschuld en moederschap, terwijl de “hoer” wordt geassocieerd met verlangen, lust en seksualiteit.
Lees meer over de figuur van de hoer in onze samenleving:
Sekswerkers worden in het patriarchaat gestigmatiseerd, maar zijn in werkelijkheid heilige helers
Volgens Freud was de seksualiteit van de vrouw ambivalent en duaal: ze is zuiver en lustvol tegelijk, onschuldig en ondeugend tegelijk, godin en lustobject tegelijk.
Mannen worstelen vaak met deze twee kanten van de vrouw in balans brengen. Mannen zetten de vrouw soms teveel op een voetstuk, terwijl ze haar op andere momenten weer teveel als een object behandelen.
Volgens Freud zegt dit vooral veel over de man zelf. De disbalans in hoe de man de vrouw ziet, zou veroorzaakt worden door innerlijke conflicten die door middel van psychoanalyse verwerkt en begrepen zouden kunnen worden.
Carl Jung bracht het denken van Freud weer een stap verder. Volgens hem heeft elke man een vrouw in de eigen psyche verstopt: de anima. De anima is zijn vrouwelijke kant.
Hoe beter de man erin slaagt deze innerlijke vrouw in de eigen persoonlijkheid te integreren, hoe gebalanceerder die om kan gaan met vrouwen en de twee kanten van de vrouwelijke seksualiteit. Het integreren van de anima doe je door middel van schaduwwerk.
Lees meer over schaduwwerk:
Met schaduwwerk schijn je licht op je eigen onbewuste kwaadaardigheid
Het is dus essentieel voor mannen dat zij aan de slag gaan met het integreren van hun anima. Op die manier zullen zij zowel een betere partner als minnaar van de vrouwen worden voor wie zij liefde en lust voelen. En dat is precies wat vrouwen nodig hebben om te helen van 12.800 jaar patriarchaal trauma (zie ook AGTRT-BA15).
Geef een reactie