[AGTRT-BDF25] De Universiteit Utrecht zegt transgenders te willen beschermen, maar speelt radicale genderkritische stemmen alleen maar in de kaart

Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team

Het Studium Generale van de UU hield op 29 november jongstleden een event onder de naam Transgenderrechten onder druk. In de aankondiging lezen we: “De ‘antigenderbeweging’ wordt steeds feller. Ze verzet zich tegen de nieuwe Transgenderwet, die het makkelijker moet maken om je geslacht te wijzigen.“

Het is opmerkelijk dat men hier tegenstanders van de nieuwe transgenderwet neerzet als een onderdeel van de antigenderbeweging. De sprekers en organisatoren van deze bijeenkomst zullen ongetwijfeld weten dat er kritiek mogelijk is op het wetsvoorstel zonder dat men een tegenstander van gendertransitie is of de rechten van transgender personen wil aantasten.

We zien hier de inmiddels voor “links” gebruikelijke wending dat mensen met wie men het niet eens is, zonder enige aarzeling als een karikatuur mogen worden neergezet (in dit geval als anti-trans). Waren de ontwerpers van de huidige transgenderwet ook anti-trans simpelweg omdat zij de stap naar het huidige voorstel destijds nog niet wilden zetten? Natuurlijk niet, zij waren zeer uitdrukkelijk pro-trans.

De Tweede Kamer-verkiezingen van 22 november 2023 hebben toch duidelijk laten zien dat de systematische linkse karikatuur van posities van rechts bij de verkiezingen juist rechts in de kaart speelt en de geloofwaardigheid van links fataal ondergraaft. Men zou hier natuurlijk iets van kunnen leren. Namelijk dat je beter met enig respect naar de posities van anderen kijkt. Het gebruik van “anti-trans” als label voor tegenstanders van de nieuwe transgenderwet getuigt uitdrukkelijk niet van dat respect. Inmiddels weten we dat juist door op deze uiterst onzorgvuldig wijze met politieke tegenstanders om te gaan de positie van deze tegenstanders wordt versterkt.

Wij zijn tegenstanders van het radicale co-essentialisme, dat gender als ultiem maakbaar ziet, als een kenmerk dat gewoonweg per wilsbeslissing van een persoon tot stand komt. Wij zetten ons in voor een gematigde genderkritische beweging in Nederland, waarmee de onwenselijke consequenties van een co-essentialistische trans-ideologie bevochten kunnen worden zonder dat dat ten koste gaat van de grondrechten en maatschappelijke positie van transgenders. Zie ook AGTRT-BDF21 en AGTRT-BDF16.

Lees meer over onze inspanningen om een Middle-of-the-Road-benadering tot gender te ontwikkelen:
Onze middle-of-the-road benadering tot gender is de middelste van zeven smaken gendertheorie

Met de ongenuanceerde en gekleurde aankondiging van de UU krijgen de radicale stemmen binnen de genderkritische beweging alleen maar wind in de zeilen. Dat bleek ook uit de heftige aanvallen die de TERFs van VOORZIJ op sociale media lanceerden tegen de UU, direct na de aankondiging van het event.

Deze TERFs hebben zelf eigenlijk helemaal geen goede argumenten voor hun kruistocht tegen transgenders en moeten het dus hebben van anti-establishment-sentiment. Het Studium Generale van de UU gaf de TERFs zo bezien een groot cadeau. Het is daarom ook in het belang van transgenders dat universiteiten zich genuanceerder en minder ideologisch gaan uitspreken in het genderdebat.

Lees meer over de TERFs van VOORZIJ:
Het gesputter van de NederTERFjes verandert niets aan hun achterhaalde positie over gender

Genuanceerd zijn is overigens net zo belangrijk voor de critici op de transgenderbeweging. Ook daar gaan dingen lang niet altijd goed, zo bleek onder meer uit de recente column van Bert Keizer in Trouw (24 november jongstleden).

Keizer stelt dat men helaas geen vragen mag stellen over genderdysforie en de behandeling daarvan zonder op onaangename wijze onder vuur te komen te liggen van de transgenderbeweging. We begrijpen wat Keizer wil zeggen en in eerste instantie zijn we het daarmee ook eens. Maar tegelijkertijd is het dan van belang dat Keizer zich ook op de hoogte stelt van de gangbaar geaccepteerde wetenschap over gender.

Alsof het vanzelf zou spreken schrijft Keizer: “Gender is je innerlijke gevoel van man of vrouw zijn, geslacht is je anatomische mannelijkheid of vrouwelijkheid.” Dit spoort niet met recente literatuur waar inmiddels “gender identity” wordt gebruikt voor wat Keizer gender noemt. Verder is biologische sekse anno nu geen zaak meer van anatomie (zelfs niet bij het magisterium van de RK Kerk te Rome, en dat zegt wel wat). We merken verder op dat in het Duitse wetsvoorstel rond gender “Geschlecht” precies gender als betekenis heeft (en uitdrukkelijk niet biologische sekse).

De terminologie van Keizer is bovendien sterk verouderd. Op de vragen “wat is een man?” en “wat is een vrouw” zou hij (als wij dit goed lezen) antwoorden: dat wordt bepaald door biologische sekse. Wij menen dat de moderne definities van “man/vrouw” is: een volwassen persoon van mannelijk/vrouwelijk gender. En dan kan men het oneens zijn over de definitie van gender en over de operationalisering van de gekozen definitie. Precies daar speelt het conflict inzake het nu liggende voorstel inzake de nieuwe transgenderwet.

Lees meer over de problemen met biologisch determinisme:
Essentialistisch denken over gender is vaak paradoxaal en onredelijk, maar kan ook gematigd zijn

Het is daarnaast ook jammer dat Keizer zich niet uitspreekt over de vraag of gendertransitie een oplossing biedt voor genderdysforie, al was het maar in sommige gevallen. Wij halen dat niet uit zijn column, terwijl dat wel een belangrijke kwestie is. Ongeacht de problemen die er ontegenzeggelijk zijn met de behandeling van genderdysforie, is er wetenschappelijk gezien geen reden om te ontkennen dat genderdysforie bestaat, en dat gendertransitie (met een juiste betekenis van gender, te weten ook een juridische betekenis) soms beslissend bijdraagt aan een goede oplossing van genderdysforie. 

Keizer zegt niet expliciet dat hij dit anders ziet, maar het is toch jammer dat hij hierover geen duidelijkheid geeft. Het is een groot verschil of men in sommige gevallen of bij alle gevallen een vraagteken plaatst bij de behandeling van genderdysforie via gendertransitie. Er zijn steeds meer radicale stemmen die gendertransities geheel van tafel willen vegen. Dat is een “transexclusionary” positie en dat roept met recht kritische reacties op.


Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *