Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
In het Verenigd Koninkrijk zien we op dit moment een gender critical movement ontstaan die dwars door de politieke partijen heen loopt. De oorzaak hiervan is toenemende weerstand tegen de opvatting dat gender (van een persoon) niets meer, of anders, is dan een resultaat van zelfidentificatie (door die persoon).
Wij noemen dit het co-essentialisme (ook wel contra-essentialisme of complementair essentialisme): de opvatting dat zelfidentificatie (door een persoon P) van gender G moet resulteren in categorisering (door “het systeem”, of de omgeving) van de persoon P als zijnde van gender G. Hierbij hoeven biologische kenmerken geen enkele rol te spelen.
Het co-essentialisme is niet de ontkenning van het fameuze essentialisme (de opvatting dat uitsluitend biologische factoren gender bepalen) maar is een andere vorm van essentialisme die er lijnrecht tegenover staat. Men kan essentialisme betreffende gender ontkennen zonder het co-essentialisme te adopteren. Voor meer over co-essentialisme zie AGTRT-M1.
Lees meer over de problemen met het co-essentialisme in discussies over gender:
Als een transinclusieve notie van gender in theorie niet bestaat, waarom wil men dat dan in de praktijk?
Genderkritisch zien wij als een spectrum van opvattingen tussen essentialisme (afgewezen door de critical gender theory) en co-essentialisme (afgewezen door de meesten die zich op dit moment genderkritisch noemen). Hiermee vallen de TERF-theoretici (transexclusionary radical feminists) buiten de scope van genderkritisch, en wordt genderkritisch een denkrichting (of spectrum van denkrichtingen) binnen de critical gender theory. Dat is qua terminologie toch wel zo eenvoudig, en niemand hoeft er bezwaar tegen te maken.
In deze optiek accepteert de genderkritische theoreticus dus wel het bestaan van transgender personen, maar niet de definitie van transgender die de transactivisten van Stonewall en GLAAD daaraan willen geven (namelijk de definitie volgens het co-essentialisme, ofwel het idee dat als men zelf zegt dat men man, vrouw of non-binair is, dat dit dan ook zo is, ongeacht het biologische geslacht).
Lees meer over de problemen met de geradicaliseerde transbeweging:
Het transactivisme predikt inclusie om een systematische praktijk van uitsluiting te maskeren
Wij menen dat in Nederland ook ruimte is voor een genderkritische beweging die niet, zoals de (extreme) TERF-feministen, of het magisterium van de Rooms-Katholieke Kerk te Rome, de klok volledig wil terugzetten en alle vormen van transgendering wil afwijzen, maar die tegelijkertijd wél weerstand wil bieden aan gender-erosie (zie AGTRT-7), ofwel het op circulaire wijze betekenisloos worden van de notie van gender.
Een DGCM (Dutch Gender-Critical Movement) zou wel tevens een platform moeten bieden aan de extreme visies die buiten genderkritisch vallen maar zou duidelijk de hand moeten houden aan de demarcatie van genderkritisch zoals hierboven omschreven. Vanzelfsprekend is niet op voorhand van elke versie van gendertheorie duidelijk of die wel of niet binnen het genderkritische spectrum valt.
Doel is uiteindelijk om gezamenlijk een MotR-versie (Middle of the Road, zie ook AGTRT-7) van gendertheorie te ontwerpen waar velen mee uit de voeten kunnen en die de verschillende extremen weet te vermijden.
Er is recent een derde extreme positie ontstaan die we hebben beschreven in AGTRT-12. Die noemen we de UK-EHRC-positie. Daarin laat men het juridisch gebruik van gender voor wat het is en stelt men voor om biologische sekse dan maar als een juridische categorie te gaan hanteren. Zo wordt zelfidentificatie en zelfcategorisering uitgesloten. Die positie gaat naar onze overtuiging veel verwarring opleveren en loopt uiteindelijk ook het risico om een richting van transexclusief denken in te slaan die wij te extreem zouden vinden.
Geef een reactie