Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
Art: Helen Beard
We hebben in AGTRT-BF57 vastgesteld dat het zinvol kan zijn om FGT te zien als een uitgangspunt voor theorie over seksualiteit (en dus juist niet omgekeerd). De vraag is dan wat je daaraan zou kunnen hebben. Om daar verder mee te komen is zicht op de structuur van de theoretische seksuologie nodig. Dat valt nog niet mee.
Lees meer over de kansen die formele gendertheorie biedt voor een theoretische seksuologie:
In gendertheorie wordt van seksualiteit geabstraheerd, en dat biedt kansen voor nieuwe theorievorming over seksualiteit
Een duidelijke indeling van de (theoretische) seksuologie in onderdelen hebben wij nog niet gevonden. De meeste beschrijvingen van seksuologie die we vonden zijn historisch en niet zozeer thematisch.
Wij zien op dit moment zeven hoofdlijnen van een theoretische seksuologie. Deze geven we hier weer, waarbij we in een aantal gevallen kort aangeven waar de interface met gendertheorie zou kunnen liggen:
1) Seksuele oriëntatie
Seksuele oriëntatie als notie is rond 1880 ontstaan en wordt elke 20 jaar drastisch herzien. Dit concept is inmiddels zodanig complex geworden dat het de vraag is of dat nog wel te begrijpen is.
Robin Dembroff heeft op basis van gendertheorie een moderne maar misschien ook problematische theorie over seksuele oriëntatie ontworpen, waarvan men in elk geval niet kan beweren dat het verhaal te complex is om te begrijpen, maar misschien toch niet complex genoeg om de fenomenen te bespreken waar het in modern onderzoek over seksuele oriëntatie om gaat.
2) Seksualiteit in het bewustzijn
Freud, Jung en Lacan kunnen worden gezien als de klassieke grondleggers van de psychologie (psychoanalyse en analytische psychologie), en als de eersten in de Westerse wetenschapstraditie die gestructureerd onderzoek deden naar de rol van gender en seksualiteit in het bewustzijn.
Zij vertrokken vanuit een aantal fundamentele inzichten en aannames over gender en seksualiteit die rijk waren, maar ook geplaagd werden door de traditionele opvattingen van die tijd.
Het loont de moeite te bestuderen hoe de rijkdom van die inzichten kan worden meegenomen naar moderne theoretisch-seksuologische studies naar de aard en ontwikkeling van bewustzijn, zonder patriarchaal gekleurde opvattingen van die tijd.
Voor Freud stond seksualiteit centraal, en gender problematiseerde hij niet. Jung levert onder andere met de archetypen Animus en Anima aspecten over gender die FGT mist en de analytische psychologie kan inbrengen.
ABGT (Androgyny-Based Gender Theory, zie gender-theory.org/) integreert de inzichten van Freud over seks en van Jung over gender. Het doel is ondermeer om zaken als libido, narcisme, eudipuscomplex en het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke seksualiteit zo te kunnen hanteren dat die niet intrinsiek seksistisch en homofoob zijn.
3) Seksueel plezier en seksuele ontplooiing
Dit betreft onderzoek naar seksueel plezier: wat veroorzaakt het, wat ondermijnt het, en wat zijn de gevolgen. Dit onderwerp hangt nauw samen met het concept seksuele ontplooiing: wat houdt het in om seksueel tot ontplooiing te komen, wat levert dat op, en wat is daarvoor nodig?
Seksualiteit wordt vaak overschaduwd door een focus op de risico’s en gevaren: onveilige seks, trauma, misbruik, grensoverschrijdend gedrag, etc. Al die zaken zijn belangrijk, en alleen maar meer als zij in dienst staan van de vraag wat nodig is om seksueel plezier en seksuele ontplooiing maximaal tot hun recht te laten komen.
4) Ouderschap
Zoals gendertheorie de concepten man en vrouw problematiseert, zo kunnen ook de noties vader en moeder geproblematiseerd worden. Dat kan alleen als men seksualiteit meeneemt in de beschouwing en ouderschapstheorie valt daarmee buiten de gendertheorie, die van seksualiteit juist abstraheert.
We gebruiken ouderschapstheorie niet zoals Alice van der Pas dat bijvoorbeeld doet. Van der Pas heeft het primair over hoe de rol als ouder goed ingevuld kan worden, wij hebben een focus op wat de rollen zijn en hoe die rolverdelingen samenhangen met gender en seksualiteit.
“Parenting theory” heeft dezelfde connotatie als Van der Pas geeft aan ouderschapstheorie. MIsschien dat “parental gender” (of pargender) zou kunnen staan voor vader, moeder, of verzorger. Parental gender theory wordt dan een onderdeel van de theoretische seksuologie omdat de parental genders zonder seksualiteit mee te nemen niet kunnen worden gedacht of bepaald (zie ook AGTRT-BF58).
Lees meer over parental gender theory (pargender-theorie) als onderdeel van de theoretische seksuologie:
Pargender-theorie: een nieuw onderdeel van de theoretische seksuologie
Ouderschapstheorie is in Nederland actueel, zie bijvoorbeeld de recente discussie over het al dan niet schrappen van de term “moeder” uit het bevolkingsregister. We zien hier dat introductie van aspecten van gendertheorie (transgender personen) oplevert dat de term “moeder” problematisch wordt.
We zien hier ook de relevantie van de ICE-methode: het is te kort door de bocht om te zeggen “transgendering staat in de wet, en nu zetten we de logische volgende stap: exit vader en moeder”. Nee, we zullen eerst terug naar de argumenten moeten op basis waarvan transgendering in de wet is gekomen. In die lijn denkend wordt duidelijk dat de termen “vader” en “moeder” nu problematisch zijn geworden (althans voor een bevolkingsregister).
5) Sekswerk en pornografie
Dit is een thema met juridische, sociologische, economische, antropologische, beleidskundige, sociaal-geografische en psychologische aspecten. Raakt ook aan mensenhandel en gedwongen prostitutie, decriminalisering en legalisering van sekswerk, de toekomst van sekswerk als beroep, vraagstukken over gezonde versus ongezonde omgang met porno etc.
6) Seksueel ongewenst gedrag
Het ligt open hoe ver de liberalisering van de seksuele moraal nog zal gaan en in welke mate gender in de afbakening van grenzen nog een rol zal spelen. Het ligt voor de hand dat leeftijdsverschil een meer bepalende rol gaat spelen dan gender bij de afbakening van gedragsgrenzen.
Het ligt ook voor de hand dat een notie als seksuele intimidatie los komt te staan van elke notie van gender, maar zover is het allemaal nu nog niet. Hier komen ook gender-gerelateerde aspecten van seksueel geweld en misbruik, aanranding en verkrachting aan de orde.
Onderzocht kan worden wat de rol van gender is bij het thema ongewenst gedrag (en of gendertheorie daar de goede aangrijpingspunten wel levert).
7) Consent en machtsverschil in seks
Consent is een cruciale factor in gezonde seksualiteit maar tegelijkertijd is machtsverschil een aanjager van lust en plezier in seksualiteit. Er ontstaat inmiddels kennis over de wijze waarop deze twee aspecten van seksualiteit in verschillende contexten een rol spelen en hoe zij geïntegreerd kunnen worden zonder dat ze elkaar gaan bijten. Hier speelt bijvoorbeeld ook het thema BDSM.
Daarnaast omvat theoretische seksuologie nog een reeks van andere vragen die voor ons op dit moment van minder belang lijken te zijn, maar die later wel meer in beeld kunnen komen. We noemen:
a) Seksuele relaties tussen heteromannen en heterovrouwen
De seksuele relaties tussen heteromannen en heterovrouwen worden vaak gezien als “het normale geval”, maar kennen natuurlijk een grote complexiteit en diversiteit die serieuze studie verdienen. Hier gaat het bijvoorbeeld over theorie over de relatie tussen seksualiteit en voortplanting.
Ook de bijdrage van conventionele Rooms-Katholieke moraaltheologie kan hier geplaatst worden, en andere bijdragen in met een religieuze of ideologische achtergrond.
Het lijkt evident dat met een meer precieze analyse van gender, ook de theorie over “het normale geval” meer precies uitgewerkt moet en kan worden. Die theorie gaat dan niet meer over seks tussen mannen en vrouwen maar vergt een meer precieze detaillering afhankelijk van de verschillende lichamelijke en mentale kenmerken van de betreffende personen.
b) Seksuele geschiedenis
Het betreft de studie van historische ontwikkelingen met betrekking tot seksualiteit, bijvoorbeeld de geschiedenis van het feminisme, LHBTI, sekswerkers, seksuele revolutie etc, maar ook de geschiedenis van seksuologie en andere wetenschap naar seksualiteit zelf.
c) Seksrobots en sekstechnologie
Seksrobots zijn een onderdeel van de filosofie over AI en robots en betreft met name de ethische aspecten van de introductie van seksrobots. Dit veld kan verbreed worden naar het onderwerp “Seksualiteit en technologie”. Naast robots zijn er ook ook apps, toys, games, VR, etc.
Met betrekking tot seksrobots dienen zich fundamentele vragen voor: heeft een robot een gender, en zo ja, waardoor wordt dat gender bepaald? En heeft een robot een seksuele oriëntatie, en zo ja hoe hangt dat samen met gender van robots en met gender van mensen?
d) Liberalisering van seksuele normen
Waar homoseksualiteit 100 jaar terug nog bijna overal verboden was is dit nu in veel landen een geaccepteerd verschijnsel. Hier hoort ook theorie over de rol, betekenis en persistentie van monogamie in het huwelijk.
Hoewel de discussie over de liberalisering van de seksuele moraal los gezien kan worden van de discussie over de ontwikkeling van gender (en de toenemende wens tot het bereiken van transinclusiviteit die als motief daarvan functioneert), is er voor de lettercombinatie LHBTI (waarin seksuele oriëntatie en gender beide voorkomen) toch wel veel te zeggen. Als maatschappelijke beweging heeft LHBTI te winnen bij een duidelijk verhaal over gender, met daarbij horende vrijheidsgraden.
e) Cross-culturele seksualiteit
Hier valt onderzoek naar seksualiteit in westerse versus niet-Westerse samenlevingen onder.
f) Fetisjisme
Dit betreft onderzoek naar de grote diversiteit van fetisjisme en de rol die dit speelt in seksueel plezier maar ook in pathologische seksualiteit en seksueel trauma. Hier bestaat veel overlap met andere thema’s, zoals seksueel plezier, machtsverschil, farmaceutica, pathologische seksualiteit, etc. De classificatie van fetisj en het verschil met perversies en stoornissen gaat er op basis van FGT ook anders uitzien.
h) Seksuele gezondheid en farmaceutica
Dit betreft onderzoek naar soa, hiv, (on)veilige seks, etc. In meer algemene zin gaat het hier ook over onderzoek naar seksualiteit en farmaceutica. Denk dan aan “de pil”, Viagra, maar ook recreatieve drugs en chemsex.
i) Geslachtsorganen en erogene zones
De vagina en clitoris zijn lange tijd onderbelicht geweest als zeer complexe centra van seksueel genot en plezier, zo weten we onder meer door het werk van seksuologe Ellen Laan. Hoe werken de erogene zones nou precies bij man versus vrouw en wat is de invloed van biologie, psychologie en sociologie? Ook onderzoek naar het orgasme valt bijvoorbeeld onder dit thema.
j) Voortplanting en vruchtbaarheid
Dit thema betreft onderzoek naar voortplanting en vruchtbaarheid, twee essentiële pijlers van seksualiteit. Het betreft onderzoek naar genetica, bevruchting, zwangerschap en bevalling.
k) Seksuele representatie
Hier gaat het over gezonde versus ongezonde seksuele uitingen in media, muziek, populaire cultuur, kunst, video games etc. Het thema seksualisering is hier ook relevant.
l) Seksuele subculturen en seksuele infrastructuur
Het betreft hier bijvoorbeeld onderzoek naar de geschiedenis en ontwikkeling van LHBTI, Pride, drag cultuur, sekswerk-activisme, tantra, BDSM, cruising areas, etc. Sociaal-geografische studies over seksuele infrastructuur en ruimtelijke ordening in steden, gemeenten etc vallen hier ook onder.
m) Seksualiteit in religie en spiritualiteit
Binnen de grote geïnstitutionaliseerde religies heeft seksualiteit vaak een lastige positie, omkleden met schaamte en schuld. Onder dit thema valt onderzoek naar het spanningsveld tussen seksualiteit en religie, en de vraag hoe seksuele diversiteit en religieuze diversiteit samen kunnen gaan.
Ook onderzoek naar seksualiteit binnen spirituele stromingen valt hieronder, ook juist meer seksueel vrijzinnige stromingen, zoals de New Age, de Kama Sutra en tantra. Hierbij zijn ook concepten als seksuele energie en seksuele heling aan de orde.
n) Seksualiteit en machtspolitiek
Dit gaat bijvoorbeeld over de rol van seksualiteit in het kolonialisme (post-koloniale studies) en andere machtspolitiek (pink washing, homonationalisme). Het concept intersectionaliteit staat hier centraal, zoals in intersectionele analyses van seksualiteit en andere sociale categorieën zoals gender, etniciteit, leeftijd etc.
o) Kinderen en jongvolwassenen, seksuele ontwikkeling
Hierbij gaat het over de die seksualiteit speelt in de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen, seksuele opvoeding versus seksuele voorlichting, het erkennen van de seksualiteit van kinderen zonder seksualisering, etc.
p) Pedofilie
Pedofilie is in de huidige samenleving een zeer gevoelig thema. Grote kindermisbruikzaken als de zaak-Dutroux en de zaak-Epstein hebben laten zien dat pedoseksueel misbruik een wijdverbreid probleem in de moderne samenleving is dat deels samenhangt met politiek machtsmisbruik van de (patriarchale) elite.
Ook de steeds terugkerende verhalen in Nederland en daarbuiten over Satanisch ritueel misbruik (SRM) – soms in de vorm van morele paniek, soms in de vorm van onderbouwde zaken – laten zien dat het onderwerp pedofilie een centraal thema is en zal blijven in publieke discussies over seksualiteit, en dat grondig onderzoek nodig is om feiten te onderscheiden van geruchten en volksverhalen.
Pedofilie staat op dit moment in een kwaad daglicht, maar niet alle vormen ervan hebben door de geschiedenis heen een slechte reputatie gehad. Als onderwerp vergt het toch bestudering: om meer grip te krijgen op alle aspecten ervan, om naar een samenleving toe te werken waar kinderen veilig zijn van misbruik, en om de negatieve sentimenten over pedofilie onderbouwing maar ook afgrenzing te geven.
q) Pathologische seksualiteit en behandelingen daarvan
Dit thema betreft seksuologische discussies over de vraag wanneer seks pathologisch is en wat dan mogelijke interventies zijn. Het gaat hier om thema’s als trauma, traumaheling, verslaving, en verslavingszorg.
Daarnaast is er het thema erectiestoornis, ander seksueel disfunctioneren en natuurlijk aseksualiteit waarvan het überhaupt nog een open discussie is of dat (altijd) een stoornis is of (soms) gewone seksuele diversiteit.
Het ligt bijvoorbeeld met FGT als uitgangspunt niet meer voor de hand om erectiestoornis als een probleem van mannen te zien. Dat zo te beschrijven is dan qua formulering te kort door de bocht.
Conclusie: theoretische seksuologie op basis van FGT
De vraag dient zich aan of een genderonafhankelijke notie van seksualiteit voor al deze issues tegelijk kan worden gebruikt.
Bij elk van deze onderdelen van de theoretische seksuologie (theoretical sexology) staan we dan voor de vraag op welke wijze daar gendertheorie, en specifiek Formal Gender Theory, als uitgangspunt kan worden gebruikt.
Die vraag laat zich natuurlijk niet in een enkele blog kort behandelen, maar wij denken dat gebruik van gendertheorie als een uitgangspunt (en niet als een voetnoot) in de theoretische seksuologie in grote lijnen goed mogelijk is en ook verheldering op kan leveren.
Geef een reactie