Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
In de gendertheorie speelt de notie van genderidentiteit (gender identity) een hoofdrol. De genderidentiteit van een persoon is het gender dat een persoon zichzelf toeschrijft, waarbij volgens onze formele gendertheorie (FGT) gekozen kan worden uit man, vrouw en neutraal. Naast genderidentiteit is er gendercategorisering: het gender dat anderen (de overheid, de formele structuren) een persoon toeschrijven.
Gender-essentialisme is de opvatting dat gendercategorisering hetzelfde moet opleveren als lichamelijk gender, wat iemands genderidentiteit ook moge zijn. Gender-co-essentialisme is de opvatting dat gendercategorisering hetzelfde oplevert als genderidentiteit, wat iemands lichamelijk gender ook moge zijn.
Bij de notie genderidentiteit is geen sprake van randvoorwaarden met betrekking tot de vraag hoe iemand tot een bepaling van het eigen gender kan, mag of moet komen. Mag iemand gewoon loten, of het een ander laten bepalen, of elke maand een andere voorkeur formuleren? In de gendertheorie speelt het concept genderidentiteit een hoofdrol, terwijl het toch weinig inhoud lijkt te hebben.
In de formele gendertheorie (FGT) werken we niet aan het nader bepalen van de inhoud van het concept genderidentiteit. We nemen aan dat die notie bestaat en kan worden gebruikt. FGT is daarmee incompleet en dat is ook de bedoeling. FGT gaat over het concept gender en de evolutie van dat concept en daarin is genderidentiteit een parameter.
Complementair aan FGT denken we ook over androgynie: we noemen dat ABGT (androgyny based gender theory). Vanuit de invalshoek van ABGT proberen we inhoudelijk meer invulling te geven aan het concept genderidentiteit.
Androgynie gaat in de eerste plaats over de rol die mannelijk en vrouwelijk in het bewustzijn spelen. Meer aandacht voor de rol van gender in het bewustzijn kan volgens ons helpen om genderidentiteit concreet invulling te geven, en de relatie tussen gender en seksualiteit preciezer te definiëren. Androgynie helpt ook om interdisciplinariteit in gender studies concreet vorm te geven door inzichten uit onder andere psychologie, evolutiebiologie en sociologie te verbinden.
Omdat androgynie in de eerste plaats over bewustzijn gaat, komt daarmee de rol van gender in de persoonlijkheid van mensen centraal te staan. Met het begrip androgynie kunnen kwaliteiten of eigenschappen in onze persoonlijkheid als mannelijk, vrouwelijk of neutraal worden geduid. De rol die androgynie in onze persoonlijkheidsstructuur speelt, heeft implicaties voor ons mentaal en emotioneel welzijn, onze sociale en seksuele relaties, en de relatie met ons lichaam.
Binnen ABGT is het daarom belangrijk om onderscheid te maken tussen de genderidentiteit die betrekking heeft op ons lichaam (voelen we ons een man of een vrouw, of neutraal?), en de genderidentiteit die betrekking heeft op onze persoonlijkheid (hoe verhouden onze mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten zich tot elkaar?).
We stellen voor de terminologie als volgt te organiseren. Genderidentiteit is een concept dat we beperken tot FGT. In de context van ABGT spreken we in plaats daarvan over een tweetal begrippen: primaire genderidentiteit en secundaire genderidentiteit.
- Primaire genderidentiteit: zoals iemand het eigen gender ziet, daarbij uitgaand van het lichamelijk gender (dat mogelijk in de tijd kan veranderen).
- Secundaire genderidentiteit: een spectrum van inschattingen binnen de driehoek mannelijk, vrouwelijk, neutraal van persoonseigenschappen.
Men kan dan een mannelijk primair gender, maar bijvoorbeeld qua zorgzaamheid en mate van agressie vrouwelijk zijn, en qua emotionele kwetsbaarheid en sociale belangstelling neutraal.
Het ligt voor de hand dat personen met mannelijk primair gender overwegend mannelijke componenten in het secundaire gender hebben, en personen met vrouweljjk gender voornamelijk vrouwelijke componenten. Maar deze samenhang is niet noodzakelijk: ook een persoon met mannelijk primair gender kan overwegend vrouwelijk secundair gender hebben, en andersom.
Geef een reactie