Jan Bergstra & Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team
In vorige blogs hebben wij de notie van paradoxale support naar voren gebracht als een manier om de al dan niet bewust beoogde effecten van het innemen van extreme posities te beschrijven. Paradoxale support hebben wij vastgesteld bij Extinction Rebellion Nederland (XRNL). XRNL levert een sterke bijdrage aan de politieke agenda van de PVV, door (langs paradoxale lijn geïnterpreteerd) het idee uit te stralen dat de de overtuiging dat de klimaatcrisis door menselijk handelen veroorzaakt is, ook maar een mening is (zie AGTRT-BF26 voor onze argumenten op dit punt). Door duidelijk te maken dat een positie ook maar een mening is, legitimeert men in een democratie dat anderen over datzelfde punt een andere mening hebben. Dat doet XRNL dan inzake het fenomeen van de klimaatcrisis waarover de PVV een andere opvatting heeft.
Lees meer over paradoxale support:
Progressief Nederland speelt politieke opponenten zelf in de kaart
Met radicale transactivisten duiden wij de principiële gender-co-essentialisten aan die hun opvattingen ook in politiek en actie omzetten. De radicale transactivisten zijn van mening dat wetgeving zodanig moet worden aangepast dat gendertransitie nog verder wordt vereenvoudigd dan thans het geval is. Gendertransitie zien zij bij voorkeur als een stap die iedere volwassen persoon op elk gewenst moment uit eigen beweging en op eigen gezag kan zetten, en ook als een stap die voor jongvolwassenen die bij herhaling een transitiewens tot uiting brengen moet worden gefaciliteerd.
Toch gaat er iets verkeerd. Het radicale transactivisme van de principiële gender-co-essentialisten leidt inmiddels tot een tegenbeweging. Die tegenbeweging is zeker niet homogeen. Daarin zitten mensen die genderkritisch zijn maar wel pro-trans, maar ook mensen die vanuit principieel gender-essentialisme juist sterk anti-trans zijn. De principiële gender-co-essentialisten vinden het wel zo eenvoudig om al hun opponenten als anti-trans te kwalificeren, maar dat is volstrekt ongefundeerd, en daarmee (met dat gebrek aan eerlijkheid en duidelijkheid) versterken de principiële gender-co-essentialisten juist hun opponenten. Immers, voor de principiële gender-co-essentialisten doet de juistheid van de eigen argumenten er kennelijk in het geheel niet toe, wat blijkt uit hun onzorgvuldige kwalificaties. En die losse omgang met juistheid van argumenten kan iedereen ook zien: de kracht van de eigen argumenten doet er kennelijk niet toe, want de radicale transactivisten treden met groot zelfvertrouwen op en geven zichzelf op eigen gezag (om zo te zeggen per definitie) gelijk.
Wie stelt dat gendertransitie vereenvoudigd moet worden, stelt daarmee ook dat gendertransitie zoals dit tot nu toe binnen de Nederlandse wetgeving bestaat in beginsel een goede zaak is. De principiële gender-co-essentialisten gebruiken argumenten die een doorontwikkeling vormen van de argumenten die destijds (tweede helft van de vorige eeuw) naar voren kwamen om gendertransitie te institutionaliseren. Maar precies die argumenten zouden nu modern en overtuigend op tafel moeten komen omdat in verschil van inzicht op dat punt, voor zover wij kunnen zien, juist het begin van de lijn van denken van de principiële gender essentialisten ligt. Dit alles vergt nadere precisering.
Wij zijn de afgelopen maanden bij de ontwikkeling van “formal gender theory” uitgegaan van het volgende axioma (ofwel aanname):
dat in sommige omstandigheden gendertransitie mogelijk, nuttig, nodig, en daarmee ook gerechtvaardigd, is en dat om die reden de introductie van een legale basis voor gendertransitie een goede en bij voorkeur ook blijvende versterking van het rechtssysteem vormde en vormt.
Dit uitgangspunt noemen we hier transrealisme. Onze formele gendertheorie is ontworpen met transrealisme als uitgangspunt.
Lees meer over onze formele gendertheorie:
Waarom genderwetenschap meer aandacht mag geven aan formele gender
Wij gaan er vanuit dat het transrealisme een wetenschappelijke basis heeft. Wij gaan er ook vanuit dat het ten principale ontkennen van transrealisme iedere mogelijkheid tot een debat met transactivisten en ook met gematigd progressieve pro-trans mensen blokkeert (of althans in hoge mate bemoeilijkt).
Maar onze constatering is wel dat de wetenschappelijke basis van het transrealisme op dit moment onvoldoende expliciet gemaakt wordt, en dat het wat waard zou zijn als ook de principiële gender-co-essentialisten er aandacht aan zouden besteden om de onderbouwing van het transrealisme meer aandacht te geven, dat ongeacht het feit dat principiële gender-co-essentialisten twijfel aan het transrealisme zelf als een gepasseerd station zien.
De principiële gender-essentialisten die vanuit die overtuiging anti-trans zijn, zouden in onze ogen tijd en energie moeten steken in de argumenten van hun opponenten. Daarvan een karikatuur te maken leidt uiteindelijk tot niets. Een voorbeeld van zo’n karikatuur is de opvatting te verkopen dat transactivisten van mening zouden zijn dat een persoon de eigen biologische sekse per wilsbeslissing zou kunnen veranderen. Zo bekijkt men de zaken in het principiële gender-co-essentialisme doorgaans juist niet. De principiële gender-essentialisten die vanuit die overtuiging anti-trans zijn zouden de moeite moeten nemen om te begrijpen wat de rol van een concept als gender (in onze terminologie formele gender) is in dit debat, en waarom het gebruik van het concept (formele) gender en de term gender een begrijpelijke legitimatie van de huidige wetgeving levert (ook al overtuigt die legitimatie niet iedereen). Op deze wijze kan de genderkritische beweging ook het beste voorstellen tot verbetering daarvan doen (zie AGTRT-4), zij het zeker niet zo verregaande voorstellen als in het nu voorliggende (en recent controversieel verklaarde) wetsvoorstel worden gedaan.
Geef een reactie