[AGTRT-BF4] Belgische vicepremier Petra de Sutter niet overtuigend over transgenders in de schaaksport

Jan Bergstra en Laurens Buijs
Amsterdam Gender Theory Research Team

In NRC verscheen onlangs een interview met Petra de Sutter, de vicepremier van België die zelf transvrouw is. In het interview neemt zij simplistisch positie in over de rol van transvrouwen in de sport, waarmee zij in onze ogen laat zien weinig belangstelling te hebben voor de problematiek die tegenwoordig speelt. Neem de volgende passage, waarin De Sutter zich negatief uitlaat over de beslissing van de internationale schaakbond FIDE om voorlopig geen transvrouwen in de vrouwentoernooien toe te laten:

De Sutter, de enige minister van Europa die transgender is, volgt het onderwerp op de voet. „Een week of twee geleden las ik dat de internationale schaakfederatie trans vrouwen verbiedt aan de vrouwencompetitie mee te doen. Schaken hè. Niet: gewichtheffen.”

Wat was de argumentatie?
„Geen. Gewoon: dat zijn geen echte vrouwen. Maar waarom zouden trans vrouwen bedreigend zijn voor de vrouwencompetitie? Omdat ze slimmer zijn? Beter kunnen schaken?”

Zowel vrouwen als mannen mogen aan het WK schaken meedoen, maar het is in de praktijk zo dat vrouwen de top niet halen.
Cynisch: „Want ze zijn niet slim genoeg?”

Heeft misschien te maken met het feit dat vrouwen lange tijd minder toegang hadden tot het schaakbord.
„Ik denk dat je in deze discussie over fysieke verschillen kunt praten. In spiermassa, skeletbouw. Maar gaan we het echt over het brein hebben?”

In werkelijkheid wil de FIDE twee jaar de tijd nemen om de problematiek te doordenken en tot een overwogen beleid te komen. De blokkade op deelneming door transvrouwen aan de vrouwencomptities waarvoor de FIDE verantwoordelijk is, is dan ook tijdelijk, en in afwachting van finale besluitvorming. En het is geen gek idee om goed de tijd te nemen voor een weloverwogen besluit.

Om te beginnen heeft het IOC de internationale sportbonden de verantwoordelijkheid toegekend om een passend beleid te maken inzake de participatie van transgender personen aan de sportieve events in hun scope. De FIDE werkt nu ook langs die lijn.

Ten tweede heeft een zogenaamde “female competition category” in sport een toegevoegde waarde. Zonder een dergelijke scheiding op gender, hebben cis-vrouwen (volgens de klassieke omschrijving: AFAB ofwel assigned female at birth, en daarna niet in transitie geweest) in veel gevallen een erg lage kans om in de prijzen te vallen.

Wat daarvan ook de oorzaken mogen zijn, het is die situatie die de rechtvaardiging levert van deze splitsing van “competition categories”. Bij het schaken doet zich ook die omstandigheid voor. Die waarneming omvat of vooronderstelt geen enkel oordeel over de oorzaken daarvan.

Dat het belangrijk is om de grenzen van dit soort categorieën goed te bewaken, blijkt ook als we ons de hypothetische transvrouw P voorstellen. We nemen even aan dat P rond de 35 jaar oud is, assigtned male at birth (AMAB) en in 2021 bij de mondiale top 50 van de mannelijke schakers behoorde. We nemen ook aan dat P in 2022 de transitie naar vrouw heeft gemaakt.

Volgens de visie van transactivisten zoals georganiseerd in Stonewall is een persoon P een vrouw zodra P van zichzelf beweert een vrouw te zijn. We nemen aan dat P een vrouw “is” uitsluitend op grond van de eigen bewering terzake. Niemand verhindert P om deze transitie te maken met als primaire doel om een schaakcompetitie te midden van vrouwen te winnen.

Men kan menen dat dit scenario exotisch is, maar dat is het niet. Integendeel, dit soort scenario was een aanleiding voor de EHRC (Equality and Human Rights Commission) van het Verenigd Koninkrijk om recent een verregaand beleid voor te stellen dat de notie “biological sex” weer centraal stelt, nu de term gender (en daarmee de begrippen man en vrouw) door transactivisme geheel los komt te staan van biologische kenmerken.

Precies hier mist de opmerking van Petra de Sutter de boot. Zij ziet niet of wil niet zien dat de vraag of P een echte vrouw is (hoe ook geformuleerd) zich wel degelijk voordoet.

Dat heeft er in het Verenigd Koninkrijk inmiddels toe geleid dat zowel premier Rishi Sunak (Tories) als Sir Keir Starmer (Labour) daarop een duidelijk en ondubbelzinnig negatief antwoord hebben gegeven. De politiek in het UK is inzake de vraag “wat is een vrouw” de afgelopen maanden zichtbaar gaan schuiven. Misschien geeft Brexit het UK wel de noodzakelijke onafhankelijkheid om over deze onderwerpen zelf iets te bedenken.

Wij ontkennen niet dat sommige transgender mensen van gender gewijzigd zijn. Wij ontkennen wel (zie ook onze analyse van de situatie bij het internationale zwemmen, blog AGTRT-BF3) dat met die vaststelling de nodige duidelijkheid over participatie is verkregen.

De suggestie van Petra de Sutter dat “men kan/moet begrijpen wat gender is”, is te kort door de bocht. Om te beginnen is er internationaal wel degelijk in de wetenschap een discussie over de vraag of iemand zuiver en alleen per eigen wilsbeslissing van gender kan veranderen.

Maar ook wanneer men daarover duidelijkheid heeft verkregen, is daarmee nog geen beleid ontwikkeld voor de toelating tot wedstrijden van transgender personen, en is er evenmin consensus bereikt over de wenselijkheid van de op gender (in plaats van biologische sekse) gebaseerde opsplitsing van “competition categories”.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *